Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/2.2.2.3
2.2.2.3 Machtspositie
I.P.M Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS582314:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 16 maart 2000, Compagnie maritime belge transports e.a./Commissie, gevoegde zaken C-395/96 P en C-396/96 P, Jurispr. 2000, p. I-1365, punt 36-39.
HvJ EG 14 februari 1978, United Brands, 27/76, Jurispr. 1978, p. 207, punt 65-66 en HvJ EG 13 februari 1979, Hoffmann-La Roche, 85/76, Jurispr. 1979, p. 461, punt 41.
HvJ EG 3 juli 1991, Akzo Chemie/Commissie, C-62/86, Jurispr. 1991, p. I-3359, punt 60.
Een aanzienlijk marktaandeel ligt tussen de 25% en 50%. Een onderneming met een marktaandeel tot 25% wordt geacht de tussenstaatse handel niet merkbaar te belemmeren. Zie Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de “EG-concentratieverordening”), PbEG 2004, L24/01, preambule nr. 32.
HvJ EG 14 februari 1978, United Brands/Commissie, 27/76, Jurispr. 1978, p. 207, punt 110, 111.
HvJ EG 21 februari 1973, Europemballage Corporation en Continental Can/Commissie, 6/72, Jurispr. 1973, p. 215, punt 13; HvJ EG 14 februari 1978, United Brands/ Commissie, 27/76, Jurispr. 1978, p. 207, punt 70 e.v.; HvJ EG 6 oktober 1994, Tetra pak/Commissie, T-83/91, Jurispr. 1994, p. II-755, punt 133.
Akman, 2009, p. 270-271, Bork 1993, p. 310-311, Whish & Bailey 2012, p. 21-22.
38. Na het afbakenen van de relevante markt wordt vastgesteld of een onderneming een machtspositie heeft. Het hebben van een machtspositie is op zich niet verboden. Pas wanneer misbruik wordt gemaakt van deze positie, is dat in strijd met artikel 102 VWEU. Een economische machtspositie is aanwezig indien een onderneming in staat is de instandhouding van de daadwerkelijke mededinging te verhinderen doordat zij zich in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, leveranciers, afnemers of de eindgebruikers kan gedragen. Een machtspositie kan door één of meer ondernemingen worden ingenomen. Indien meer onafhankelijke entiteiten economisch gezien gezamenlijk optreden of handelen als collectieve eenheid op een specifieke markt, bestaat een collectieve machtspositie.1
Een machtspositie ontstaat door de combinatie van verschillende factoren, die elk afzonderlijk niet beslissend hoeven te zijn.2 Een belangrijke factor is het marktaandeel van een onderneming. Van een machtspositie zal vrijwel steeds sprake zijn indien een onderneming een marktaandeel heeft van 50 procent of meer.3 Indien één of meer ondernemingen een aanzienlijk marktaandeel hebben dat beneden de 50 procent blijft,4 hanteren de Commissie en het Hof bijkomende factoren zoals het marktaandeel van de eerstvolgende concurrenten5 en het al dan niet bestaan van toetredingsbarrières.6 Sommige schrijvers menen dat deze bijkomende factoren het risico met zich brengen dat efficiëntie een factor wordt voor het vaststellen van een machtspositie.7