Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht
Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.4.4.1:5.4.4.1 Algemeen
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.4.4.1
5.4.4.1 Algemeen
Documentgegevens:
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS574009:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Voor de gedetailleerde regeling zie artikel 10 richtlijn schadevorderingen.
Beoogd artikel 6:193t BW.
Rechtbank Oost-Nederland 16 januari 2013, TenneT/ABB, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0403, rov. 4.23 en 4.24.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
245. Artikel 10 van de richtlijn schadevorderingen bevat belangrijke regels omtrent verjaring. De lidstaten moeten regels vaststellen die van toepassing zijn op verjaringstermijnen voor het instellen van civiele vorderingen tot schadevergoeding. De verjaringstermijn moet tenminste vijf jaar bedragen.
De verjaringstermijn mag pas beginnen te lopen als de inbreuk is stopgezet en de benadeelde kennis heeft gekregen van a) de inbreuk op het mededingingsrecht b), de daardoor veroorzaakte schade en c) de identiteit van de inbreukmaker.1
Voor (onder meer) vorderingen tot schadevergoeding geldt in Nederland een verjaringstermijn van vijf jaar. Deze verjaringstermijn begint te lopen als de benadeelde met zowel de schade als de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden.2 De minister van Veiligheid en Justitie signaleerde in een brief aan de Tweede Kamer dat de verjaringstermijn die is opgenomen in de richtlijn moeilijk in te passen zal zijn in het Nederlandse procesrecht.3 Deze zienswijze deel ik niet omdat in dit geval de Europees beoogde regeling aansluit bij de reeds in Nederland geldende regeling. Toch is de verjaringstermijn voor rechtsvorderingen tot vergoeding van schade door een inbreuk op het mededingingsrecht opgenomen in het concept wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn schadevorderingen.4 Mijns inziens is dit, zoals reeds beargumenteerd, overbodig.
246. In TenneT/ABB betoogde ABB dat de dag dat de Europese Commissie een persbericht had gepubliceerd over het door haar ingestelde onderzoek naar mogelijke kartelvorming het moment was waarop de verjaringstermijn ging lopen. De rechter ging hier niet in mee. De verjaringstermijn begint, zo oordeelde de rechtbank, pas te lopen op het moment dat de Commissie of de ACM in een persbericht bekend maakt dat zij een boetebesluit heeft vastgesteld.5 Deze zienswijze lijkt me juist.