Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Curaçao]
Artikel 43
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2018
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 43 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
13-06-2018, Publicatieblad van Curaçao 2018, 30 (uitgifte: 15-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-06-2018, terugwerkend tot: 01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2018, Publicatieblad van Curaçao 2018, 30 (uitgifte: 15-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Een uiteindelijkemoederentiteit die haar fiscale vestigingsplaats in Curaçao heeft, verstrekt de Inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar een landenrapport als bedoeld in artikel 42, onderdeel i, dat betrekking heeft op dat verslagjaar.
2.
Een fiscaal in Curaçao gevestigde groepsentiteit die niet de uiteindelijkemoederentiteit van een multinationale groep is, verstrekt de Inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan ze een groepsentiteit is, een landenrapport als bedoeld in artikel 42, onderdeel i, dat betrekking heeft op dat verslagjaar, indien:
- a.
de uiteindelijkemoederentiteit van de multinationale groep niet verplicht is een landenrapport in te dienen in de staat waarvan zij fiscaal inwoner is;
- b.
uiterlijk twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar met de staat waarvan de uiteindelijkemoederentiteit fiscaal inwoner is wel een overeenkomst van kracht is die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, waaronder de automatische uitwisseling van inlichtingen, maar er geen in werking zijnde overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van die staat en Curaçao is die voorziet in de automatische uitwisseling van landenrapporten; of
- c.
de Inspecteur de groepsentiteit heeft bericht dat er sprake is van een systematische nalatigheid als bedoeld in artikel 42, onderdeel l, van de staat waarvan de uiteindelijkemoederentiteit fiscaal inwoner is.
3.
Indien meerdere groepsentiteiten van dezelfde multinationale groep fiscaal inwoner zijn van Curaçao en aan een of meer van de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en c, wordt voldaan, mag de multinationale groep een van die groepsentiteiten aanwijzen om uiterlijk binnen twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar van de multinationale groep te voldoen aan de verplichting tot het verstrekken van een landenrapport als bedoeld in artikel 42, onderdeel i, dat betrekking heeft op dat verslagjaar. De aangewezen groepsentiteit bericht de Inspecteur dat de verstrekking van het landenrapport geschiedt om te voldoen aan de verplichtingen die gelden voor alle groepsentiteiten van die multinationale groep die fiscaal inwoner van Curaçao zijn.
4.
Een groepsentiteit als bedoeld in het tweede of derde lid is niet verplicht de Inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan ze een groepsentiteit is, een landenrapport als bedoeld in artikel 42, onderdeel i, te verstrekken indien die multinationale groep binnen die termijn een zodanig landenrapport beschikbaar stelt via een surrogaatmoederentiteit die dit rapport verstrekt aan de belastingautoriteiten van de staat waarvan zij fiscaal inwoner is, mits:
- a.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, het verstrekken van zodanige landenrapporten als bedoeld in artikel 42, onderdeel i, verplicht;
- b.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, uiterlijk twaalf maanden na het verslagjaar waarop het landenrapport betrekking heeft, een in werking zijnde overeenkomst heeft met Curaçao die voorziet in de automatische uitwisseling van landenrapporten;
- c.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, de Curaçaose autoriteiten niet in kennis heeft gesteld van een systematische nalatigheid als bedoeld in artikel 42, onderdeel l;
- d.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, op basis van een regeling vergelijkbaar met artikel 44, eerste lid, door die groepsentiteit in kennis is gesteld van het feit dat die groepsentiteit surrogaatmoederentiteit is; en
- e.
de Inspecteur hierover is bericht op basis van artikel 44, tweede lid.
5.
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op groepsentiteiten van een multinationale groep die in het verslagjaar onmiddellijk voorafgaande aan het verslagjaar waarop het landenrapport betrekking zou hebben minder dan NAf 1.500.000.000 aan geconsolideerde groepsopbrengsten heeft behaald.