Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 3.49 Cultuureducatie en cultuurparticipatie
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2023
- Redactionele toelichting
Hoofdstuk 3, zoals dat luidde op 28-11-2023, blijft van toepassing op de subsidies verstrekt op grond van artikel 4a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid voor de jaren 2021 tot en met 2024.
- Bronpublicatie:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Inwerkingtreding
29-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De minister kan subsidie verstrekken aan ten hoogste één instelling met als kernactiviteit het verrichten van ondersteunende activiteiten op het terrein van cultuureducatie en cultuurparticipatie, indien de activiteiten van de instelling gericht zijn op:
- a.
deskundigheidsbevordering in cultuureducatie en cultuurparticipatie;
- b.
landelijke informatie- en netwerkfunctie voor zowel cultuureducatie als cultuurparticipatie;
- c.
onderzoek en monitoring voor zowel cultuureducatie als cultuurparticipatie; en
- d.
de bevordering van een goede toepassing en het beheer van de Code Diversiteit en Inclusie.