Hof Den Haag, 24-01-2022, nr. 22-000495-21.a
ECLI:NL:GHDHA:2022:52
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
24-01-2022
- Zaaknummer
22-000495-21.a
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2022:52, Uitspraak, Hof Den Haag, 24‑01‑2022; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:808
Uitspraak 24‑01‑2022
Inhoudsindicatie
Gepubliceerd n.a.v. ECLI:NL:HR:2023:808.
Rolnummer: 22-000495-21
Parketnummers: 10-036946-19, 10-172677-19, 10-197117-20, 10-109991-20, 10-263610-19 en
10-701006-16 (tul)
Datum uitspraak: 24 januari 2022
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 februari 2021 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Iran) op [datum],
thans gedetineerd in PI Rotterdam, locatie De Schie, te Rotterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is het aan de verdachte in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3, het in de zaak met parketnummer 10-172677-19, het in de zaak met parketnummer 10-197117-20 (toen nog niet aangevuld met een subsidiaire variant), het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 en het in de zaak met parketnummer 10-263610-19 tenlastegelegde bewezen en strafbaar verklaard. De rechtbank heeft de verdachte ter zake van die feiten niet strafbaar verklaard en ontslagen van alle rechtsvervolging. De terbeschikkingstelling van de verdachte is gelast, met het bevel tot verpleging van overheidswege. Voorts zijn in eerste aanleg beslissingen genomen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder aan de verdachte voorwaardelijk opgelegde straf, zoals omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - tenlastegelegd hetgeen is vermeld op de dagvaardingen met hierboven genoemde parketnummers. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit arrest gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit arrest.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat:
- -
het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd,
- -
de verdachte zal worden vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 10-197117-20 primair tenlastegelegde,
- -
de overige tenlastegelegde feiten bewezen en strafbaar zullen worden verklaard,
- -
de verdachte ter zake van die feiten niet strafbaar zal worden verklaard en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging,
- -
de terbeschikkingstelling van de verdachte zal worden gelast, met het bevel tot verpleging van overheidswege.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Verzoek tot schorsing van de vervolging
De verdediging heeft op de zitting van 6 december 2021, overeenkomstig de pleitnota, verzocht om de vervolging van de verdachte te schorsen als bedoeld in artikel
16 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Op de eerdere zitting van 8 oktober 2021 heeft de verdediging dit verzoek ook gedaan. Het hof heeft het verzoek toen afgewezen omdat er - ondanks dat er bij de verdachte een verstandelijke beperking is geconstateerd - noch op basis van rapportages, noch op basis van het verhandelde op de zitting van 8 oktober 2021 diende te worden geoordeeld dat de verdachte niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. Dit geldt naar het oordeel van het hof nog steeds. Aan het op de zitting van 6 december 2021 herhaalde verzoek zijn geen gewijzigde feiten of omstandigheden ten opzichte van de situatie op 8 oktober 2021 ten grondslag gelegd. Van een schending van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in het bijzonder van het recht op een effectieve participatie in de strafprocedure, is naar het oordeel van het hof geen sprake. Dit oordeel vindt bevestiging in de omstandigheid dat de op de zitting van 6 december 2021 als deskundige gehoorde psychiater drs. J.J.F.M. de Man (hierna: psychiater De Man) heeft verklaard dat hij inschat dat de verdachte met inachtneming van zijn verstandelijke beperking in staat is om op zijn niveau de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. Gelet op het vorenstaande wijst het hof het verzoek van de verdediging daarom opnieuw af.
Vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 10-197117-20 tenlastegelegde
Ten aanzien van de in deze zaak primair en subsidiair onder d) tenlastegelegde (poging tot) bedreiging oordeelt het hof dat de tenlastegelegde bewoordingen niet kunnen worden aangemerkt als een bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Naar het oordeel van het hof zijn de bewoordingen niet van dien aard en onder zodanige omstandigheden geuit dat bij de geadresseerden in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat de verdachte zijn woorden ten uitvoer zou leggen. Reeds daarom spreekt het hof de verdachte vrij van de primair tenlastegelegde bedreiging en de subsidiair tenlastegelegde poging daartoe.
Ten aanzien van de in deze zaak primair onder a), b), c) en e) tenlastegelegde bedreigingen overweegt het hof dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de bedreigden daadwerkelijk op de hoogte zijn geraakt van de door de verdachte geuite bedreigingen. Het hof spreekt de verdachte daarom vrij van deze primair tenlastegelegde bedreigingen.
Ten aanzien van de in deze zaak subsidiair onder a), b), c) en e) tenlastegelegde pogingen tot bedreiging overweegt het hof het volgende. De verdachte heeft de tenlastegelegde berichten ingesproken op het telefoonnummer van de parketvoorlichting van het Openbaar Ministerie. Op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting kan niet worden vastgesteld dat het de bedoeling van de verdachte was dat de bedreigingen de bedreigden daadwerkelijk zouden bereiken. Vol opzet is daarmee niet bewezen. Naar het oordeel van het hof is evenmin bewezen dat de verdachte handelde met opzet in voorwaardelijke zin. Het hof acht de kans dat de bedreigingen door het Openbaar Ministerie zouden worden doorgegeven aan de bedreigden in dit specifieke geval niet aanmerkelijk. Het hof spreekt de verdachte daarom ook vrij van deze subsidiair tenlastegelegde pogingen tot bedreiging.
Nadere overwegingen
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1 tenlastegelegde
Op basis van het dossier en het verhandelde op de zitting acht het hof de tenlastegelegde bedreiging van [slachtoffer1] én van een medewerker van RTL Nederland Productions wettig en overtuigend bewezen. Uit het dossier en de eigen verklaring van de verdachte op de zitting in eerste aanleg volgt, dat hij op 5 januari 2019 meermalen heeft gebeld naar het algemene telefoonnummer van de NOS en dat hij bedreigende taal heeft geuit richting de NOS en RTL4. De verdachte heeft de bedreiging geuit tegen [slachtoffer1]. Laatstgenoemde was belast met de receptiedienst van de NOS. Vervolgens heeft [medewerker], werkzaam voor RTL Nederland, kennisgenomen van de inhoud van voornoemde telefoongesprekken. Anders dan de verdediging stelt, heeft de bedreiging de RTL-medewerker aldus wel degelijk bereikt. De verdediging stelt voorts dat de politie ervoor heeft gezorgd dat de bedreiging deze RTL-medewerker heeft bereikt, en op die wijze – kort gezegd – de bedreiging zou hebben ‘voltooid’, hetgeen de verdachte niet toegerekend zou mogen worden. Dit verweer slaagt evenmin. Afgezien van het gegeven dat dit niet uit het dossier blijkt, zou dit overigens niet in de weg staan aan een bewezenverklaring. Het hof oordeelt dat de verdachte minst genomen voorwaardelijk opzet heeft gehad op de bedreiging van de RTL medewerker, nu hij heeft gebeld naar de receptie van de NOS, een omroepbedrijf dat net als het omroepbedrijf RTL is gevestigd op het mediapark te Hilversum. Onder deze omstandigheden, en in aanmerking genomen de inhoud van de bewoordingen van de verdachte, moest de verdachte er rekening mee houden dat de bedreigingen aan een RTL-medewerker zouden worden doorgegeven.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 10-172677-19 tenlastegelegde
De verdediging heeft zich overeenkomstig de pleitnota op het standpunt gesteld dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken, kort gezegd omdat er geen sprake was van een redelijke vrees bij aangever [slachtoffer3]. Het hof verwerpt dit verweer. Volgens vaste jurisprudentie is het niet vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat werkelijk vrees is opgewekt en de bedreigde zich in zijn vrijheid belemmerd achtte. De bedreiging moet van dien aard zijn en onder zulke omstandigheden zijn gedaan dat deze in het algemeen een dergelijke vrees opwekt. Dat is naar het oordeel van het hof in deze zaak wel degelijk het geval.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3, het in de zaak met parketnummer 10-172677-19, het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 en het in de zaak met parketnummer 10-263610-19 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zaak met parketnummer 10-036946-19: 1.
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Hilversum, althans in Nederland, [slachtoffer1] en/of een of meer medewerkers van de NOS en/of een of meer medewerkers van RTL Nederland Productions heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en/of brandstichting, door die [slachtoffer1] (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen:
- Je gaat zien wat ik met jouw kankerramen ga doen, kankerlijers en/of
- NOS journaal, RTL4, jullie staan op dodenkankerlijst. Jullie gaan kanker eraan en/of
- Zeg tegen die RTL4 hé ik neuk jouw kankerkantoor. Wacht maar als ik daar kom dan gaan jullie zien. ik ga jullie kanker slachten, kanker Hollanders en/of
- Ik ga je kanker.., paar kogels door je ramen schieten. Je gaat zien wat ik met jullie ga doen, kanker RTL4 en/of - Zeg die mannen. Als ik naar je kantoor kom he. ik zweer het je jullie gaan allemaal didde, dood. Dood. jullie gaan allemaal dood, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 13 december 2018 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, een of meer medewerker(s) van het arrondissementsparket Den Haag, althans het Openbaar Ministerie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen en/of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of brandstichting, door één van die medewerker(s) van het arrondissementsparket Den Haag dreigend te zeggen dat hij, verdachte, een bom zou plaatsen bij het Openbaar Ministerie, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 23 maart 2019 te Rotterdam, althans in Nederland, [slachtoffer2], althans een of meer medewerkers van Tele 2 heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en/of gemeen gevaar voor de verlening van diensten, door die [slachtoffer2], althans een van die medewerkers van Tele2 dreigend de woorden toe te voegen: “Als je me aan het kankerlijntje houdt dan kom ik je kankerwinkel verbouwen? en/of "ik ga de winkel verbouwen als ik geen telefoon mee krijg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
zaak met parketnummer 10-172677-19: hij, op of omstreeks 10 juni 2019 te Rotterdam,
[slachtoffer3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer3] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik ga jullie kanker kapot maken. Wacht gewoon rustig af, dan zul je het zien. Dat ik jullie kankerkoppen eraf ga snijden." en/of
- " Vriend, he, ik ga je zeggen, ik ga je kanker kapot maken. Kanker reclassering! Daarom zeg ik je, ik waarschuw he, ik ga jullie Nederlandse koppen er af snijden."
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
zaak met parketnummer 10-109991-20: hij op of omstreeks 19 april 2020 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een voorlopig arrestanten verblijf, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Politie toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar heeft gemaakt en/of weggemaakt;
zaak met parketnummer 10-263610-19: hij op of omstreeks 5 november 2019 te Rotterdam, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer (opsporings)ambtenaren, te weten
[slachtoffer4], hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam en/of
[slachtoffer5], hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam en/of [slachtoffer6], hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam en/of [slachtoffer7], aspirant van politie Eenheid Rotterdam werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten de aanhouding van verdachte ter executie van het dwangmiddel gijzeling en/of vervangende hechtenis inzake niet betaalde sancties in het kader van de Wet Terwee en/of de Wet Personenvervoer, door meermalen, althans eenmaal
- zich met zijn, verdachtes, armen en/of benen te bewegen in een richting tegenovergesteld aan de richting waarin voornoemde (opsporings)ambtenaren verdachte trachtten te geleiden, en/of
- zich af te zetten tegen die [[slachtoffer5] en/of met zijn, verdachtes, hoofd en/of armen te duwen tegen die [slachtoffer5].
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, Sv wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder
1. bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder
2 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat.
Het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder
3 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van goederen ontstaat.
Het in de zaak met parketnummer 10-172677-19 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken.
Het in de zaak met parketnummer 10-263610-19 bewezenverklaarde levert op:
wederspannigheid.
Strafbaarheid van de verdachte
Ten aanzien van de vraag of de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde strafbaar is te achten heeft het hof acht geslagen op de rapportages Pro Justitia d.d. 29 januari 2021 van psychiater De Man en GZ-psycholoog H.E. Baas (hierna: GZ-psycholoog Baas).
Psychiater De Man concludeert dat de verdachte lijdende is aan een lichte verstandelijke beperking (lichte zwakzinnigheid) en aan kortdurende psychotische stoornissen met duidelijke stressoren (reactieve psychose). De verstandelijke beperking is aan te merken als een gebrekkige ontwikkeling. De reactieve psychose is aan te merken als een ziekelijke stoornis. Deze gebrekkige ontwikkeling en stoornis bestonden volgens de psychiater ook ten tijde van de feiten: de verstandelijke beperking is altijd aanwezig en handelen als tenlastegelegd is onlosmakelijk verbonden met het bestaan van een reactieve psychotische ontregeling. De feiten zijn volgens de psychiater in psychotische toestand begaan. De verstandelijke beperking als zodanig leidt tot een vermindering van het vermogen het ontoelaatbare van het bewezenverklaarde handelen in te zien en om naar dat inzicht te handelen. In de toestand waarin de feiten zijn begaan was er sprake van psychotisch beleven dat het handelen van de verdachte stuurde. Mitsdien kan de doorwerking van de stoornis op het delict gedrag zodanig massaal worden geacht dat vanuit psychiatrische optiek wordt geadviseerd de feiten aan de verdachte niet toe te rekenen.
Ook GZ-psycholoog Baas concludeert dat er bij de verdachte sprake is van een verstandelijke beperking (mate van ernst: licht) en van kortdurende psychotische stoornissen met duidelijke stressoren (reactieve psychose). Volgens de GZ-psycholoog was dit ook het geval ten tijde van de tenlastegelegde feiten en beïnvloedde dit verdachtes gedragskeuzes en gedragingen toen. Vanuit zijn verstandelijke beperking begrijpt de verdachte de wereld om hem heen niet. Hij betrekt hierdoor zaken nogal snel op elkaar of zichzelf en ziet er dreiging in. Dit zorgt er voor dat hij niet alleen gemakkelijk angstig en achterdochtig (en kortdurend psychotisch) wordt, maar ook geagiteerd, wat zich regelmatig uit in verbale agressie. Hij heeft (vanuit zichzelf) geen andere (coping- en controle)manieren dan om deze gevoelens direct te ageren. Het ontbreekt hem aan het kunnen overzien van de gevolgen van zijn gedrag, maar ook aan het inzicht dat wat hij zegt ontoelaatbaar is. Het voorgaande leidt de GZ-psycholoog tot het advies om de verdachte de feiten niet toe te rekenen.
Ter zitting hebben psychiater De Man en GZ-psycholoog Baas desgevraagd verklaard dat hun bevindingen en conclusies, gelet op de aard van de gebrekkige ontwikkeling en de stoornis, nog onverkort gelden.
Het hof kan zich vinden in bovenstaande beschouwingen en conclusies van de gedragsdeskundigen, neemt deze over en maakt deze tot de zijne. Op basis daarvan is het hof, net als de rechtbank, de advocaat-generaal en de verdediging, van oordeel dat de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde volledig ontoerekeningsvatbaar is te achten. Deze omstandigheid sluit de strafbaarheid van de verdachte uit. Het hof acht de verdachte derhalve niet strafbaar en zal hem ontslaan van alle rechtsvervolging.
Bij zijn oordeel heeft het hof de rapportage van GZ-psycholoog W.P. Parsowa, en de daarop ter zitting van 6 december 2021 door hem gegeven toelichting, niet betrokken. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat deze deskundige desgevraagd ter zitting heeft verklaard weinig relevante ervaring te hebben als het gaat om het opmaken van forensische rapportages. Hij heeft bovendien niet gewerkt conform de geldende NIFP-richtlijn die ziet op forensisch psychologisch onderzoek en rapportage. Zo heeft hij geen inzage gehad in het strafdossier, de risicotaxatie-instrumenten niet gehanteerd en heeft hij zijn conceptrapportage niet met een collega besproken. Dit heeft erin geresulteerd dat de rapportage van deze deskundige naar het oordeel van het hof, wat betreft de beantwoording van de vragen die voorliggen in dit strafrechtelijke kader, onvoldoende is onderbouwd.
Motivering van de op te leggen maatregel
Het hof heeft de op te leggen maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan bedreiging, onder meer met misdrijven tegen het leven gericht. Hiermee heeft hij anderen angst aangejaagd. Daarnaast heeft hij een politiecel onbruikbaar gemaakt en heeft hij zich verzet bij zijn aanhouding.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 26 november 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten.
Aan de vraag hoe moet worden gereageerd op de door de verdachte gepleegde feiten is in dit strafrechtelijke onderzoek uitgebreid aandacht besteed. De hierboven genoemde deskundigen hebben erover gerapporteerd, en hun adviezen toegelicht op de zitting van 6 december 2021.
Psychiater De Man rapporteert het volgende:
“De massale doorwerking van de stoornis, en dan met name de kortdurende psychotische stoornis (reactieve psychose) maakt dat bij uitblijven van behandeling van juist dit aspect van de stoornis de klinische risicotaxatie ten aanzien van recidive uitkomt op zeer hoog. Ten aanzien van de actuariële risicotaxatie sluit ik mij aan bij de bevindingen van psycholoog De Wijn, dat deze uitkomt op zeer hoog. Voor de beantwoording van de vraag naar de hoogte van het risico op daadwerkelijke geweldpleging is voor zowel de klinische als de actuariële risicotaxatie relevant dat betrokkene zich niet voor daadwerkelijke geweldpleging heeft hoeven te verantwoorden maar wel is veroordeeld voor verboden wapenbezit. Ook is in een dreigende situatie in het openbaar vervoer waarbij de wijkagent niet tot vervolging is overgegaan geconstateerd dat betrokkene met een mes en met een hamer heeft lopen zwaaien. Deze gebeurtenis wordt in de richtlijn voor risicotaxatie wel meegerekend en leidt ertoe dat het risico voor daadwerkelijke geweldpleging als matig tot hoog wordt aangemerkt.
Van beschermende factoren is geen sprake nu de warme familieband die betrokkene met zijn moeder en (half) broer en zus onderhoudt ertoe leidt dat hulpverlening en behandeling de facto wordt tegengewerkt en door de familie alles in het werk gesteld wordt om betrokkene binnen het gezin te houden. Wellicht dat de band met de familie tijdens de behandeling zodanig kan worden bewerkt, dat deze op termijn wel een protectieve factor kan worden. Ook andere protectieve factoren ontbreken.
Bij betrokkene is gezien de ernst van de feiten en de gebleken onbehandelbaarheid van betrokkene in ambulant kader een klinische behandeling geïndiceerd. Deze dienst (het hof begrijpt: dient) plaats te vinden in een gespecialiseerde instelling of afdeling van een instelling, waar de behandeling is toegespitst op personen met een verstandelijke beperking én een hoge kwaliteit van psychiatrische zorg kan worden geboden. Daarbij is een hoge mate van forensische scherpte en een aanzienlijk beveiligingsniveau geboden. Een dergelijk aanbod is te vinden zowel in van oorsprong psychiatrische instellingen als in instellingen die de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking als hun primaire doel zien.
Bij uitblijven van instemming van betrokkene (en zijn moeder) met enige vorm van behandeling is de enig overblijvende optie het opleggen van een Tbs met bevel tot verpleging. Wanneer het verloop van de behandeling daar ruimte voor biedt kan de verlengingsrechter uiteraard te allen tijde besluiten om het schakelartikel 2.3 van de Wet forensische zorg te benutten voor omzetting van de lopende maatregel tbs naar een Rechterlijke Machtiging ex Wzd.”.
Op de zitting van 6 december 2021 heeft psychiater De Man desgevraagd nog toegelicht dat een rechterlijke machtiging in het kader van de Wet zorg en dwang op dit moment als ontoereikend moet worden beschouwd, omdat in die setting de vereiste forensische expertise en scherpte ontbreekt en er onvoldoende aandacht zal zijn voor het voorkomen dan wel verkleinen van de kans op recidive.
GZ-psycholoog Baas komt in haar rapportage in grote lijnen tot dezelfde conclusies. Zij noemt ook nog als factoren die op negatieve wijze meewegen bij het inschatten van het recidiverisico: de uitgebreide justitiële voorgeschiedenis van de verdachte, de schending van de voorwaarden van toezicht en de instabiliteit ten aanzien van woon-, arbeids- en financieel verleden. Volgens de GZ-psycholoog moet bij de behandeling (het motiveren tot) medicatiegebruik een aandachtspunt zijn, omdat de verdachte hier in het verleden baat bij zou hebben gehad en de verwachting is dat dit een positieve invloed kan hebben op de emotieregulatie en gedachtevorming van de verdachte. De GZ-psycholoog legt uit waarom alternatieven ontoereikend zijn: “Het kader van tbs met voorwaarden wordt als onhaalbaar ingeschat, omdat hij (het hof begrijpt: de verdachte) hierbij motivatie dient te hebben voor de in te zetten interventies. De inschatting is dat dit niet zal kunnen fungeren als ‘stok achter de deur’, onder andere gezien de beperkte verstandelijke vermogens en het (structurele) verzet tegen behandeling. Het onderzoeken van de mogelijkheid van een rechterlijke machtiging via artikel 2.3 van de Wfz (op grond van de Wzd) lijkt voor nu ook niet toereikend in het doen laten afnemen van het recidiverisico. De duur van de machtiging zal onvoldoende zijn om de gewenste effecten te bereiken bij de (chronische) problematiek en er wordt een forensische setting, met voldoende ervaring met soortgelijk gedrag als van betrokken, nodig geacht. Door deze bevindingen wordt, voor nu, het meeste verwacht van de maatregel van tbs met dwangverpleging (bij voorkeur in de setting van een FPK met expertise op het gebied van LVB). Hierbij wordt wel in overweging gegeven om zo spoedig mogelijk (bij de eerstvolgende verlengingszitting) te onderzoeken of het omzetten van de tbs maatregel in een RM (op grond van de Wzd) mogelijk is.”.
GZ-psycholoog Baas heeft op de zitting van 6 december 2021 nog toegelicht dat bij de vraag of een rechterlijke (civiele) machtiging na zes maanden zou moeten worden verlengd, het forensisch- en recidive aspect niet wordt meegenomen. Een dergelijke machtiging is immers niet gericht op het voorkomen van recidive in strafrechtelijke zin, maar enkel op het beteugelen van ernstig nadeel in het kader van de Wet zorg en dwang, en daarom in deze situatie ontoereikend.
Het hof onderschrijft de bevindingen en conclusies van psychiater De Man en GZ-psycholoog Baas en zal op basis daarvan aan de verdachte – ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten en het in de zaak met parketnummer 10-172677-19 bewezenverklaarde – de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS-maatregel) met dwangverpleging opleggen. Aan de voorwaarden voor oplegging daarvan is voldaan. Hierboven is reeds vastgesteld dat bij de verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten sprake was van zowel een ziekelijke stoornis als een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens als bedoeld in artikel 37a Sr. De in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten en het in de zaak met parketnummer 10-172677-19 bewezenverklaarde feit betreffen misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 4 jaren of meer is gesteld. Op basis van de bevindingen en conclusies van psychiater De Man en GZ-psycholoog Baas is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van een TBS-maatregel met dwangverpleging eisen. Dat oordeel is enerzijds gegrond op de ernst en aard van de bewezenverklaarde feiten, het gevaar voor herhaling en het door de psychiater genoemde gevaar voor daadwerkelijke geweldsdelicten. Anderzijds constateert het hof dat in dit stadium van het proces de mogelijkheden van een op de persoon van de verdachte toegesneden afdoening uiterst beperkt zijn. Behalve terbeschikkingstelling met dwangverpleging zijn het hof geen andere opties gebleken die evenveel recht doen aan de ernst van de feiten, de persoon van de verdachte, de noodzaak tot behandeling en het voorkomen van herhaling.
De op te leggen TBS-maatregel met dwangverpleging wordt opgelegd voor de duur van maximaal 4 jaren, nu naar het oordeel van het hof op basis van het dossier niet kan worden geoordeeld dat de in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten en het in de zaak met parketnummer 10-172677-19 bewezenverklaarde feit misdrijven betreffen die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaar-heid van het lichaam van een of meer personen.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer2]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 3 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2] onvoldoende onderbouwd en levert behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet op het voorgaande wordt de benadeelde partij veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Vordering tot schadevergoeding Nationale Politie
In het onderhavige strafproces heeft de Nationale Politie Eenheid Rotterdam zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte in de zaak met parketnummer 10-109991-20 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 61,13, vermeerderd met de wettelijke rente.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Het hof zal aan de verdachte geen schadevergoedings-maatregel opleggen, nu de benadeelde partij geacht wordt in staat te zijn de schadevergoeding zelf bij de verdachte te incasseren.
Vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2016, onder parketnummer 10-701006-16, is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met het bevel dat die gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep, in afwijking van de in eerste aanleg ingediende vordering van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet ten uitvoer gelegde straf, gevorderd dat die vordering zal worden afgewezen.
In hoger beroep is komen vast te staan dat de verdachte de genoemde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd. De verdachte heeft immers de in de onderhavige strafzaak bewezenverklaarde feiten begaan terwijl de hiervoor bedoelde proeftijd nog niet was verstreken.
Naar het oordeel van het hof zijn er echter geen termen aanwezig voor toewijzing van die vordering, gelet op de op te leggen TBS-maatregel. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-197117-20 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3, het in de zaak met parketnummer 10-172677-19, het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 en het in de zaak met parketnummer 10-263610-19 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3, het in de zaak met parketnummer 10-172677-19, het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 en het in de zaak met parketnummer 10-263610-19 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 10-036946-19 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten en het in de zaak met parketnummer 10-172677-19 bewezenverklaarde feit
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door de verdachte gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij Nationale Politie
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Nationale Politie ter zake van het in de zaak met parketnummer 10-109991-20 bewezenverklaarde tot het bedrag van € 61,13 (eenenzestig euro en dertien cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 19 april 2020.
Vordering tot tenuitvoerlegging
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Rotterdam van 10 mei 2019, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2016, onder parketnummer 10-701006-16, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Dit arrest is gewezen door mr. W.M. Limborgh, mr. M.C. Bruining en mr. K. Versteeg, in bijzijn van de griffier mr. N. Germeraad-van der Velden.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 januari 2022.
Bijlage I bij arrest van 24 januari 2022:
TEKST TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 10-036946-19: 1.
hij op of omstreeks 5 januari 2019 te Hilversum, althans in Nederland,[slachtoffer1] en/of een of meer medewerkers van de NOS en/of een of meer medewerkers van RTL Nederland Productions heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en/of brandstichting, door die [slachtoffer1] (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen:
- Je gaat zien wat ik met jouw kankerramen ga doen, kankerlijers en/of
- NOS journaal, RTL4, jullie staan op dodenkankerlijst. Jullie gaan kanker eraan en/of
- Zeg tegen die RTL4 hé ik neuk jouw kankerkantoor. Wacht maar als ik daar kom dan gaan jullie zien. ik ga jullie kanker slachten, kanker Hollanders en/of
- Ik ga je kanker.., paar kogels door je ramen schieten. Je gaat zien wat ik met jullie ga doen, kanker RTL4 en/of - Zeg die mannen. Als ik naar je kantoor kom he. ik zweer het je jullie gaan allemaal didde, dood. Dood. jullie gaan allemaal dood, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 13 december 2018 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, een of meer medewerker(s) van het arrondissementsparket Den Haag, althans het Openbaar Ministerie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen en/of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of brandstichting, door die medewerker(s) van het arrondissementsparket Den Haag dreigend te zeggen dat hij, verdachte, een bom zou plaatsen bij het Openbaar Ministerie, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 23 maart 2019 te Rotterdam, althans in Nederland, [slachtoffer2], althans een of meer medewerkers van Tele 2 heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en/of gemeen gevaar voor de verlening van diensten, door die [slachtoffer2], althans een van die medewerkers van Tele2 dreigend de woorden toe te voegen: “Als je me aan het kankerlijntje houdt dan kom ik je kankerwinkel verbouwen? en/of "ik ga de winkel verbouwen als ik geen telefoon mee krijg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
zaak met parketnummer 10-172677-19: hij, op of omstreeks 10 juni 2019 te Rotterdam,
[slachtoffer3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer3] dreigend de woorden toe te voegen
- " Ik ga jullie kanker kapot maken. Wacht gewoon rustig af, dan zul je het zien. Dat ik jullie kankerkoppen eraf ga snijden." en/of
- " Vriend, he, ik ga je zeggen, ik ga je kanker kapot maken. Kanker reclassering! Daarom zeg ik je, ik waarschuw he, ik ga jullie Nederlandse koppen er af snijden."
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
zaak met parketnummer 10-197117-20: hij op 30 juli 2020 te Rotterdam
( a) [persoon] en/of [persoon] en/of RTL en/of
( b) Onbekend gebleven medewerker(s) van de RET en/of
( c) Burgemeester Abouthaleb en/of
( d) Het Openbaar Ministerie Rotterdam en/of medewerker(s) van het Openbaar Ministerie Rotterdam en/of
( e) Rechtbank Rotterdam en/of onbekend gebleven rechter(s) en/of medewerker(s) van de rechtbank Rotterdam
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting en/of verkrachting en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen en/of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat door bericht(en) in te spreken op het telefoonnummer van de parketvoorlichting van het Openbaar Ministerie met de volgende inhoud:
ad (a)
“Dan kan die kanker [persoon], [persoon] die kanker RTL4 Nederland nog steeds tegen mij zeggen ga maar daklozen opvang slapen. Totdat ik met een grote kapmes naar je kankergebouw kom en ik kap je kankerhoofd er af. Weet je dan gaan zulke dingen gebeuren. Weet je”
en/of
“Wegens vrijetijdsberoving, mishandeling en iemand dood laten sterven buiten op straat door RTL4 Nederland.” En/of
“In een flatportiek, dood laten sterven van de kou. Weet je, die dag ben ik niet vergeten jongen dat je mij dood liet sterven. Voor dat moet ik jullie één voor één afmaken eigenlijk, dood slachten gewoon weet je. Maar ik laat dat gaan, het is gebeurd. Flik dat zoiets niet meer bij mij, want ik kom met een grote kapmes naar je kankergebouw toe vriend, ik kap jullie één voor één daar binnen gewoon weg.”
En/of
“Ze weten alles, alles weten ze over RTL4 Nederland,daklozen opvang, gevangenis gezet, vrijheid beroofd, mishandeld, ziek gemaakt, ziekenhuis loopt. (?) Weet je daarom zeg ik blijf doorgaan met die daklozen opvang ik kom met een kapmes naar jullie toe en ik kap jullie één voor één weg gewoon. Dan kijken of je dat naam nog een keer tegen mij kan gaan zeggen (?) Ik neuk, ik maak jullie één voor één af vriend.”
En/of
ad (b)
“Gaat die RET medewerker tegen mij zeggen ja ik moet oprotten van hier. Jouw taak is om mensen te controleren in de tram wat ga je dat tegen mij zeggen ik moet oprotten van hier”.
En/of
“Volgende keer dat die dat zegt he ik hij krijgt een messteek in zijn kankergezicht.”
En/of
“Zeg die RET medewerker jij bent de grootste racist die er bestaat. RET medewerker van de tram jij bent de grootste racist die er bestaat. Zeg dat nog een keer tegen mij dat woord dat ik moet oprotten van dit land, ik kom naar je toe RET medewerker, ik kom naar je toe en ik slacht je kankerhoofd er af.”
En/of
Ad (c)
“Grote problemen in jouw kankerstad vriend, Aboutaleb jouw kankergebouw bestaat binnenkort niet meer.”
En/of
“Dus voor die één jaar vastzitten moeten jullie mij schadevergoeding betalen doe je dat niet ik, Aboutaleb burgemeester ik kom naar je kankergebouw toe. Ik vlam je kankergebouw weg van de aardbodem. Vriend, kanker Aboutaleb. Burgemeester van Rotterdam.”
En/of
“Ik ga je zeggen burgemeester Aboutaleb, ik kom naar je kankergebouw toe vriend, ik trek je uit die kanker gebouw er uit.”
En/of
“Ik ga je zeggen omdat twee en halve maand maanden geleden dat woord weer tegen mij is gezegd, ga maar daklozen opvang slapen, voor dat laat ik het gaan. Maar als ik dat naam weer hoor je weet toch die gebouw van Aboutaleb ik ren met een kapmes daar naar binnen.”
En/of
(ad d)
“Binnenkort ik pak jouw gebouw aan. Binnenkort, binnenkort je moet gewoon rustig wachten binnenkort neuk ik jullie gebouwen binnenkort.”
En/of
“juli staat op doodelijs”
En/of
(ad e)
“Beter is dat je de schadevergoeding betaald voordat ik jouwkankergebouw gaat neuken vriend. Weet je dan gaan jullie zelf merken wanneer ik langs wanneer ik jullie gebouw toe gaat komen (...) Daarom zeg ik elke dat dat ik vastgezeten heb wil ik schade vergoeding zien van de rechter. Zie ik dat niet gaan er grote problemen komen voor jullie. Daar moeten jullie gewoon rustig op wachten.”;
subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op 30 juli 2020 te Rotterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
( a) [persoon] en/of [persoon] en/of RTL en/of
( b) Onbekend gebleven medewerker(s) van de RET en/of
( c) Burgemeester Aboutaleb en/of
( d) Het Openbaar Ministerie Rotterdam en/of medewerker(s) van het Openbaar Ministerie Rotterdam en/of
( e) Rechtbank Rotterdam en/of medewerker(s) van de rechtbank Rotterdam
te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting en/of verkrachting, bericht(en) heeft ingesproken op het telefoonnummer van de parketvoorlichting van het Openbaar Ministerie met de volgende inhoud:
ad (a)
“Dan kan die kanker [persoon], [persoon] die kanker RTL4 Nederland nog steeds tegen mij zeggen ga maar daklozen opvang slapen. Totdat ik met een grote kapmes naar je kankergebouw kom en ik kap je kankerhoofd er af. Weet je dan gaan zulke dingen gebeuren. Weet je”
en/of
“Wegens vrijetijdsberoving, mishandeling en iemand dood laten sterven buiten op straat door RTL4 Nederland.”
en/of
“In een flatportiek, dood laten sterven van de kou. Weet je, die dag ben ik niet vergeten jongen dat je mij dood liet sterven. Voor dat moet ik jullie één voor één afmaken eigenlijk, dood slachten gewoon weet je. Maar ik laat dat gaan, het is gebeurd. Flik dat zoiets niet meer bij mij, want ik kom met een grote kapmes naar je kankergebouw toe vriend, ik kap jullie één voor één daar binnen gewoon weg.”
en/of
“Ze weten alles, alles weten ze over RTL4 Nederland, daklozen opvang, gevangenis gezet, vrijheid beroofd, mishandeld, ziek gemaakt, ziekenhuis loopt. (…) Weet je daarom zeg ik blijf doorgaan met die daklozen opvang ik kom met een kapmes naar jullie toe en ik kap jullie één voor één weg gewoon. Dan kijken of je dat naam nog een keer tegen mij kan gaan zeggen (…) Ik neuk, ik maak jullie één voor één af vriend.”
En
ad (b)
“Gaat die RET medewerker tegen mij zeggen ja ik moet oprotten van hier. Jouw taak is om mensen te controleren in de tram wat ga je dat tegen mij zeggen ik moet oprotten van hier.”
en/of
“Volgende keer dat die dat zegt he ik hij krijgt een messteek in zijn kankergezicht.”
en/of
“Zeg die RET medewerker jij bent de grootste racist die er bestaat. RET medewerker van de tram jij bent de grootste racist die er bestaat. Zeg dat nog een keer tegen mij dat woord dat ik moet oprotten van dit land, ik kom naar je toe RET medewerker, ik kom naar je toe en ik slacht je kankerhoofd er af.”
En
Ad (c)
“Grote problemen in jouw kankerstad vriend, Aboutaleb jouw kankergebouw bestaat binnenkort niet meer.”
en/of
“Dus voor die één jaar vastzitten moeten jullie mij schadevergoeding betalen doe je dat niet ik, Aboutaleb burgemeester ik kom naar je kankergebouw toe. Ik vlam je kankergebouw weg van de aardbodem. Vriend, kanker Aboutaleb. Burgemeester van Rotterdam.”
en/of
“Ik ga je zeggen burgemeester Aboutaleb, ik kom naar je kankergebouw toe vriend, ik trek je uit die kanker gebouw er uit.”
en/of
“Ik ga je zeggen omdat twee en halve maand maanden geleden dat woord weer tegen mij is gezegd, ga maar daklozen opvang slapen, voor dat laat ik het gaan. Maar als ik dat naam weer hoor je weet toch die gebouw van Aboutaleb ik ren met een kapmes daar naar binnen.”
En
(ad d)
“Binnenkort ik pak jouw gebouw aan. Binnenkort, binnenkort je moet gewoon rustig wachten binnenkort neuk ik jullie gebouwen binnenkort.”
en/of
“juli staat op doodelijs”
En
(ad e)
“Beter is dat je de schadevergoeding betaald voordat ik jouwkankergebouw gaat neuken vriend. Weet je dan gaan jullie zelf merken wanneer ik langs wanneer ik jullie gebouw toe gaat komen (…) Daarom zeg ik elke dat dat ik vastgezeten heb wil ik schade vergoeding zien van de rechter. Zie ik dat niet gaan er grote problemen komen voor jullie. Daar moeten jullie gewoon rustig op wachten.”
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zaak met parketnummer 10-109991-20: hij op of omstreeks 19 april 2020 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een voorlopig arrestanten verblijf, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Politie toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
zaak met parketnummer 10-263610-19: hij op of omstreeks 5 november 2019 te Rotterdam, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer (opsporings)ambtenaren, te weten
[slachtoffer4], hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam en/of
[slachtoffer5], hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam en/of [slachtoffer6], hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam en/of [slachtoffer7], aspirant van politie Eenheid Rotterdam werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten de aanhouding van verdachte ter executie van het dwangmiddel gijzeling en/of vervangende hechtenis inzake niet betaalde sancties in het kader van de Wet Terwee en/of de Wet Personenvervoer, door meermalen, althans eenmaal
- zich met zijn, verdachtes, armen en/of benen te bewegen in een richting tegenovergesteld aan de richting waarin voornoemde (opsporings)ambtenaren verdachte trachtten te geleiden, en/of
- zich af te zetten tegen die [slachtoffer5] en/of met zijn, verdachtes, hoofd en/of armen te duwen tegen die [slachtoffer5].