NJ 2018/9
OM-cassatie. Binnentreden in woning. Redelijk vermoeden van schuld.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/03784
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110931:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3057, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1144, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2016
- Wetingang
Essentie
OM-cassatie. Binnentreden in woning. Redelijk vermoeden van schuld.
Het oordeel van het hof dat ten tijde van het betreden van de woning onvoldoende verdenking ter zake van overtreding van de Opiumwet bestond, is in het licht van de inhoud van de gedane, zogenoemde MMA-melding en het resultaat van het door de politie ter verificatie van die melding verrichte onderzoek niet zonder meer begrijpelijk. De door het hof daarbij betrokken omstandigheid dat in het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot dit door de politie ter verificatie van de MMA-melding verrichte onderzoek niets is gerelateerd omtrent (de resultaten van) het ...