Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/198:198 Conclusie
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/198
198 Conclusie
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691965:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
‘Een behoorlijke, faire en effectieve procesvoering en een verantwoorde beslissing verlangen dat zoveel mogelijk recht wordt gedaan op basis van de werkelijke feitelijke rechtsverhouding’ (Asser Procesrecht/Boonekamp 6 2020/129).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De vraag blijft of uitspraak is gedaan op basis van een juiste vaststelling van feiten of dat recht is gedaan op een feitelijke grondslag die in werkelijkheid anders blijkt te liggen.1 De feitelijke grondslag van het bevrijdend verweer is geen onderwerp van debat geweest. Het partijdebat was verre van volledig uitgekristalliseerd. Om een beslissing op een juiste feitelijke grondslag van het bevrijdend verweer mogelijk te maken was de rechter in casu bevoegd geweest vragen te stellen en om opheldering te verzoeken (art. 22 lid 1 Rv). De rechter mag m.i. altijd opheldering vragen van partijen over een standpunt dat voor de beslissing van belang is. De conclusie mag niet worden getrokken dat onverkorte toepassing art. 149 Rv alleen niet is geboden in geval van een niet (voldoende) gemotiveerde betwisting door de wederpartij van verweerder die een bevrijdend verweer voert. Onverkorte toepassing van art. 149 lid 1 Rv bij een niet (voldoende) betwisting van een bevrijdend verweer leidt eerder tot consequenties die ongewenst zijn. De mogelijkheid bestaat dat (de portée van) het bevrijdend verweer niet glashelder uit de stukken blijkt. Voldoet een dagvaarding niet aan alle vereisten wat betreft de feitelijke grondslag, dan zal de rechter eiser daarnaar bevragen.
De conclusie dat de advocaat van eiser in gevallen van een niet duidelijk te berde gebracht bevrijdend verweer alert moet zijn en bedacht moet zijn op stellingen van verweerder die een bevrijdend verweer (kunnen) inhouden, blijft overeind.