PJ 2018/148
Wanneer is sprake van pensioen op grond van een buitenlandse pensioenregeling bedoeld in art. 1 lid 8 Wvps?
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1219
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03242
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS13746:1
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Pensioenuitvoering en -communicatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1219, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2017
- Wetingang
Art. 1 lid 8 Wvps
Essentie
Wanneer is sprake van pensioen op grond van een buitenlandse pensioenregeling bedoeld in art. 1 lid 8 Wvps?
Samenvatting
Dit geding betreft de vraag of de uitkering op grond van Amerikaanse regelingen is aan te merken als pensioen ingevolge een buitenlandse pensioenregeling zodat de Wvps van toepassing is. De Hoge Raad oordeelt: Gelet op het doel van de Wvps en de daarmee strokende, ruime omschrijving van het begrip ‘pensioen’, is voor de beantwoording van de vraag of een buitenlandse pensioenregeling gelijkwaardig is aan een Nederlandse pensioenregeling en daarmee onder het toepassingsbereik van (art. 1 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.