NJB 2018/2207:Prejudiciële vraag. Pandrecht. Bankrekening. Goede trouw. Een bank heeft een pandrecht op de vordering van de rekeninghouder op de bank zelf. Op de rekening van de rekeninghouder komen betalingen van derden binnen die in rekening-courant worden geboekt. Komt aan de bank ten aanzien van het telkens in rekening-courant geboekte bedrag een beroep toe op haar pandrecht op de hiermee corresponderende vordering die de rekeninghouder op de bank verkrijgt, indien de betaling binnenkomt na het moment dat de bank niet meer te goeder trouw is in de zin van art. 54 Fw? Hoge Raad: ontkennend