RvdW 2016/194
Afwijzing getuigenverzoek onbegrijpelijk.
HR 05-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:12
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/00109
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:12, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2470, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2015
- Wetingang
Essentie
Het verzoek om de aangeefster van mishandeling als getuige te horen is afgewezen op de grond dat de getuige twee keer eerder is gehoord ten overstaan van een rechter en er niets nieuws is opgeworpen ten opzichte van een eerder verzoek. Dit oordeel is niet zonder meer begrijpelijk, nu aangeefster bij de R-C en bij de politierechter haar politieverklaringen heeft ingetrokken, de politierechter verdachte heeft vrijgesproken, het verzoek ertoe strekte haar verklaringen op betrouwbaarheid te toetsen, de A-G het horen noodzakelijk achtte en de bewezenverklaring in belangrijke mate steunt op de — ingetrokken — aangifte van aangeefster.