Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen 1940–1945
Artikel 25b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de aanvrager kennis wenst te nemen van gegevens, welke mede tot de beschikking van de Raad of de Sociale verzekeringsbank hebben geleid, worden deze hem op zijn verzoek binnen vier weken alsnog door de Raad of de Sociale verzekeringsbank verstrekt, indien en voor zover door het verstrekken van deze gegevens geen inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van derden.
2.
De Raad of de Sociale verzekeringsbank kan in het belang van de geestelijke of lichamelijke gezondheid van de betrokken persoon, al dan niet op verzoek van de geneeskundig adviseur, bepalen dat het kennisnemen van geneeskundige rapporten niet wordt toegestaan aan de belanghebbende persoonlijk, maar uitsluitend aan een gemachtigde die hetzij arts, hetzij advocaat is, dan wel van de Raad of de Sociale verzekeringsbank bijzondere toestemming heeft verkregen.
3.
Indien de gegevens, bedoeld in het tweede lid, aan de gemachtigde ter kennis zijn gebracht, wordt hiervan door de Raad of de Sociale verzekeringsbank binnen een termijn van ten hoogste drie maal vierentwintig uur aan de belanghebbende mededeling gedaan, onder vermelding van de datum waarop de gegevens zijn verstrekt.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld omtrent de vergoeding welke verschuldigd is, indien afschrift wordt verstrekt van de op de beschikking betrekking hebbende bescheiden.