JWB 2015/88
Verzet, ontvankelijkheid
HR 20-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:419
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 februari 2015
- Zaaknummer
14/04526
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:419, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2963, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2014
ECLI:NL:HR:2014:3123, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2014
- Wetingang
Art. 143 Rv, art. 515 lid 5 Sv, art. 63 BIG
Essentie
Verzet, ontvankelijkheid
Samenvatting
Casus
De verzoeker is door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoeken. Bij beschikking van 7 november 2014 heeft de Hoge Raad de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn tegen deze uitspraken gerichte cassatieberoep. De verzoeker heeft daartegen verzet ingesteld.
Rechtsvraag
Centraal staat de vraag naar de ontvankelijkheid van het door de verzoeker ingestelde verzet tegen een beschikking van de Hoge Raad.
Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzet.
Partij(en)
20 februari 2015
Eerste Kamer
14/04526
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],wonende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.