RvdW 2012/631
Onrechtmatige aanhouding in het buitenland.
HR 17-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9070
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 april 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
10/02429
- Conclusie
A-G mr. J. Silvis
- LJN
BV9070
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV9070, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV9070, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2011
- Wetingang
Sv art. 359a
Essentie
De onrechtmatigheid van verdachtes aanhouding door Nederlandse opsporingsambtenaren in Duitsland heeft geen rechtsgevolgen in de strafzaak van de verdachte, in aanmerking genomen dat hij geen rechtens te beschermen belang heeft bij naleving van het volkenrecht en het tenlastegelegde feit in Nederland is gepleegd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 mei 2010, nummer 20/004263-08, in de strafzaak tegen: L. Adv. mr. G. Spong, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
SCHRIFTUUR: houdende middelen van cassatie in de zaak van:
[verzoeker], verzoeker tot cassatie van een hem betreffend arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.