AB 2016/185
Bevoegdheid intrekken Nederlanderschap.
ABRvS 20-01-2016, ECLI:NL:RVS:2016:89, m.nt. P.R. Rodrigues
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 januari 2016
- Magistraten
Mrs. A.W.M. Bijloos, H.G. Sevenster, G. van der Wiel
- Zaaknummer
201504220/1/V6
- Noot
P.R. Rodrigues
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923589:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:89, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑01‑2016
- Wetingang
Art. 14 EVRM; art. 4 Wet Algemene Bepalingen; art. 14 lid 1 Rijkswet op het Nederlanderschap
Essentie
Aangezien appellant met de intrekking van zijn Nederlandse nationaliteit ook zijn Unieburgerschap verliest, heeft de staatssecretaris ten onrechte niet beoordeeld of de intrekking in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel.
Samenvatting
Blijkens de memorie van toelichting bij de Rijkswet tot wijziging van de RWN is de intrekkingsbevoegdheid ingevoerd om op te treden tegen personen die op grond van door hen verzwegen informatie die voor de verkrijging van het Nederlanderschap relevant is, het Nederlanderschap hebben verkregen. De doelstelling van deze in artikel 14, eerste lid, van de RWN neergelegde intrekkingsmogelijkheid, te weten het corrigeren van de gevolgen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.