NJB 2017/1657
Feitelijke grondslag. Hoofdelijke aansprakelijkheid. Hoge Raad: De gedingstukken laten niet de uitleg toe dat eiser de hoofdelijke aansprakelijkheid van gedaagde aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd. Door te oordelen dat eiser dat heeft gedaan, heeft het hof art. 24 Rv geschonden
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1357
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak
- Zaaknummer
16/02963
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1357, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
Feitelijke grondslag. Hoofdelijke aansprakelijkheid. Hoge Raad: De gedingstukken laten niet de uitleg toe dat eiser de hoofdelijke aansprakelijkheid van gedaagde aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd. Door te oordelen dat eiser dat heeft gedaan, heeft het hof art. 24 Rv geschonden
Partij(en)
A, adv. mr. J. van Weerden, vs. B, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A heeft stichtingen en een besloten vennootschap opgericht. B heeft de dagelijkse administratie gevoerd van ondernemingen waarbij A betrokken was. B ontving hiervoor een vergoeding van € 4000 per maand.
In dit geding heeft B betaling van € 28 232 gevorderd. A heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.