Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
4.2 Voorwaarden voor voortzetting van het recht om na de overgangsperiode op grond van het terugtrekkingsakkoord een economische activiteit als grensarbeider in Nederland uit te oefenen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
27-09-2021, Stcrt. 2021, 42134 (uitgifte: 30-09-2021, regelingnummer: WBV 2021/19)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2021, Stcrt. 2021, 42134 (uitgifte: 30-09-2021, regelingnummer: WBV 2021/19)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Voor het aantonen van het recht op voortzetting van grensarbeid na 31 december 2020 is een document ‘Grensarbeider’ als bedoeld in artikel 26 van het terugtrekkingsakkoord vereist.
De IND beoordeelt, na ontvangst van de aanvraag, aan de hand van de voorwaarden genoemd in artikel 24, 25 en 26 van het terugtrekkingsakkoord of er aanspraak bestaat op een document ‘Grensarbeider’.
Om in aanmerking te komen voor een document ‘Grensarbeider’ moet de VK-onderdaan rechtmatig verblijf hebben in het land waar hij woonachtig is. Tevens moet er sprake van zijn dat de VK-onderdaan vóór 1 januari 2021 als grensarbeider in Nederland:
- −
reële en daadwerkelijke arbeid verricht; of
- −
reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht en verkeert in een van de in artikel 7, lid 3, onder a, b, c of d, van richtlijn 2004/38/EG genoemde situaties; of
- −
reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht en verkeert in een situatie van vrijwillige werkloosheid. De status van werknemer of zelfstandige blijft tot uiterlijk zes maanden na de begindatum van de vrijwillige werkloosheid behouden.
De VK-onderdaan heeft in die gevallen het recht om Nederland in en uit te reizen overeenkomstig artikel 14 van het terugtrekkingsakkoord.
Reële en daadwerkelijke arbeid
Van reële en daadwerkelijke arbeid is sprake indien wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd en uitgewerkt in het onderdeel ‘reële en daadwerkelijke arbeid’ van paragraaf B10/2.2 Vc.