NJ 2014/78
Witwassen.
HR 21-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:127, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04453
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
M.J. Borgers
- JCDI
JCDI:ADS97023:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:907, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:270, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2014
ECLI:NL:HR:2014:127, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2402, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑04‑2012
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Verdachte had een plastic tas bij zich met 5 kg hennep en € 14.500 in coupures van € 500. Dit rechtvaardigt het vermoeden dat het geldbedrag — onmiddellijk of middellijk — uit enig misdrijf afkomstig is en dat derhalve van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Nu de door de verdachte gegeven uitleg voor het voorhanden hebben van dat geldbedrag en voor de bestemming daarvan niet aannemelijk is geworden, kon het hof oordelen dat het geldbedrag geen legale herkomst had en dat de verdachte dat wist. Dat geld was verkregen uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.