FED 2019/67
Arrest over met resten van bebouwde terreinen en (g)een asymmetrisch beroep op rechtszekerheidsbeginsel
HR 07-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2260, m.nt. M.D.C. Gomes Vale Viga
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/01767
- Noot
M.D.C. Gomes Vale Viga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS47709:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2260, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2018
- Wetingang
Art. 11 lid 1 onderdeel a Wet OB 1968; art. 11 lid 5 Wet OB 1968 (voorheen lid 3); art. 11 lid 6 Wet OB 1968 (voorheen lid 4)
Essentie
Arrest over met resten van bebouwde terreinen en (g)een asymmetrisch beroep op rechtszekerheidsbeginsel
Samenvatting
Volgens de Hoge Raad is sprake van onbebouwde grond wanneer de aard en de omvang van de op een terrein aanwezige bebouwing in verhouding tot de omvang van de onroerende zaak zo gering is dat deze bebouwing als verwaarloosbaar moet worden beschouwd. Daarnaast beslist de Hoge Raad dat voor een geslaagd beroep op het rechtszekerheidsbeginsel niet voldoende is dat een ondernemer voor een door hem verrichte handeling een beroep heeft gedaan op een vrijstelling overeenkomstig de door de nationale rechter in hoogste instantie gewezen – en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.