V-N 2018/58.13
Geen beroep op verdedigingsbeginsel volgens A-G, omdat geen sprake is van ten uitvoer brengen van Unierecht
HR (A-G) 25-09-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1056, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
25 september 2018
- Zaaknummer
16/02230
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24655:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Europees belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2082, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2016
- Wetingang
art. 3.25 Wet IB 2001
Essentie
Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat er geen sprake is van een bezwarend besluit dat is gebaseerd op nationale bepalingen die uitvoering geven aan Europeesrechtelijke voorschriften. Het gaat namelijk om de toepassing van de Nederlandse Wet IB 2001 en bijkomende regelingen.
Samenvatting
Belanghebbende, directeur en enig aandeelhouder van een bv, is door de FIOD verhoord vanwege betrokkenheid bij een aantal zogeheten btw-carrousels, waarbij de aan de tussenhandelaren gefactureerde en door hen teruggevraagde omzetbelasting door Nederlandse vennootschappen frauduleus niet is voldaan aan de Belastingdienst. Van de opbrengst kwam 15/19e terecht bij de belanghebbende. Aan de belanghebbende zijn navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 t/m ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.