V-N 2023/2.9
Nederland volgens A-G ook heffingsbevoegd over inkomen op dagen waarop piloot geen internationale vluchten uitvoert
HR (A-G) 29-11-2022, ECLI:NL:PHR:2022:1128, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
29 november 2022
- Zaaknummer
22/00716
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS683373:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Loonbelasting / Vrijgesteld loon
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:953, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1128, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2022
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat niet valt in te zien dat de voor het gehele verdrag geldende betekenis van ‘internationaal verkeer’ in art. 3 lid 1 onderdeel h niet zou gelden voor de identieke term in art. 14 lid 3.
Samenvatting
X woont in Nederland en is werkzaam als piloot voor C Ltd. Zijn standplaats is gelegen in het Verenigd Koninkrijk. In geschil is het heffingsrecht over het inkomen voor de dagen dat X geen internationale vluchten heeft uitgevoerd. Dit betreft 55 dagen in verband met binnenlandse vluchten in het VK, ‘stand-by’ op de standplaats en training in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.