NJB 2011, 312
Het hof komt op onbegrijpelijke gronden tot het oordeel dat de verdachte ten tijde van de zitting waarop diens zaak werd behandeld niet gedetineerd was
HR 18-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5366
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 januari 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Thomassen en Sterk
- Zaaknummer
09/04890
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BO5366
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5366, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5366, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2010
- Wetingang
Sv art. 271
Essentie
Het hof komt op onbegrijpelijke gronden tot het oordeel dat de verdachte ten tijde van de zitting waarop diens zaak werd behandeld niet gedetineerd was
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.
De steller van het middel klaagt over de verstekverlening door het hof omdat de verdachte zowel bij de dagvaarding in hoger beroep, twee dagen voor de zitting en op de dag van de zitting ten onrechte als niet gedetineerd zou zijn beschouwd, terwijl de verdachte in de periode van 12 september 2009 tot en met 21 december 2009 ononderbroken gedetineerd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.