NJ 2022/239
OM-cassatie. Rijden onder invloed van cannabis en cocaïne. Onderzoek als bedoeld in art. 8 lid 5 WVW 1994 in buitenlands laboratorium. Strikte waarborgen en voorschriften.
HR 12-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:567, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
21/00633
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS657097:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:567, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
OM-cassatie. De verdachte is vrijgesproken van rijden onder invloed van cannabis en cocaïne. Het onderzoek als bedoeld in art. 8 lid 5 WVW 1994 vond plaats in een buitenlands laboratorium. De Hoge Raad gaat in op (i) de voorschriften die gelden, (ii) welke daarvan de strikte waarborgen zijn waarmee het onderzoek moet zijn omringd en (iii) de rechtsgevolgen bij niet-naleving daarvan.
Samenvatting
OM-cassatie. Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat het tenlastegelegde, aan art. 8 lid 5 WVW 1994 ontleende, bestanddeel ‘onderzoek’ niet kan worden bewezenverklaard. Voor de beoordeling zijn van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.