RBP 2022/38
Internationaal privaatrecht. Is de werknemer op de hoogte gebracht van zijn recht ex artikel 26 Verordening Brussel I-bis de bevoegdheid van het gerecht te betwisten?
HR 11-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:345
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 maart 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/04274
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- JCDI
JCDI:ADS650296:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:345, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:877, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑12‑2020
- Wetingang
Art. 26 lid 2 Verordening Brussel I-bis
Essentie
Internationaal privaatrecht.
Is de werknemer op de hoogte gebracht van zijn recht ex artikel 26 Verordening Brussel I-bis de bevoegdheid van het gerecht te betwisten?
Samenvatting
Werknemer is in 1999 in dienst getreden bij Weener XL. Na twee jaar ziekte heeft Weener XL een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (art 7:669 lid 3 sub b). Het UWV heeft verzocht om een recente verklaring van de bedrijfsarts toe te sturen. Werknemer heeft geweigerd daaraan mee te werken, door niet op een oproep bij de bedrijfsarts te verschijnen. Het UWV heeft om die reden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.