JAR 2016/233
Recht op vrije keuze advocaat bij UWV-procedure. Hoge Raad ziet af van beantwoorden prejudiciële vraag.
HR 02-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2017
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 september 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/01472
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2017, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:862, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑07‑2016
ECLI:NL:HR:2014:2901, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1733, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑08‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:302, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
De werknemer heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten bij DAS. Op 14 januari 2014 heeft zijn werkgever op grond van artikel 6 BBA een ontslagvergunning voor hem aangevraagd. De werknemer heeft DAS gevraagd om op haar kosten een externe advocaat te mogen inschakelen. DAS heeft dit geweigerd, omdat de procedure bij het UWV geen gerechtelijke of administratieve procedure zou zijn en de werknemer daarom niet het recht zou hebben om zelf een advocaat te kiezen. In de daaropvolgende procedure heeft de voorzieningenrechter prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op zijn beurt prejudiciële vragen gesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.