Gst. 2011/104
Leges en legitimatieplicht. Algemeen belang versus individueel belang. Verstrekking Nederlandse identiteitskaart dienst in de zin van de Gemeentewet?
HR 09-09-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ4105, m.nt. J.M.H.F. Teunissen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2011
- Magistraten
Mrs. C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris, R.J. Koopman
- Zaaknummer
10/04967
- Noot
J.M.H.F. Teunissen
- LJN
BQ4105
- JCDI
JCDI:ADS909986:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ4105, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4105, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2011
- Wetingang
Gemw art. 229; WID; Wet op de uitgebreide identificatieplicht (Wet van 24 juni 2004, Stb. 300, tot wijziging en aanvulling van de WID, het WvSr, de Awb, de Politiewet 1993 en enige andere wetten); Paspoortwet
Essentie
Leges en legitimatieplicht. Algemeen belang versus individueel belang. Verstrekking Nederlandse identiteitskaart dienst in de zin van de Gemeentewet?
Samenvatting
Door of vanwege het gemeentebestuur verrichte werkzaamheden kunnen worden aangemerkt als een dienst in de zin van art. 229 lid 1 letter b Gemeentewet, indien die werkzaamheden rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang. Het middelonderdeel dat betoogt dat aan dit criterium niet kan worden toegekomen omdat de wetgever er blijkens de toelichting op de Wet op de uitgebreide identificatieplicht (WUID) van is uitgegaan dat gemeenten ter zake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.