RFR 2013/91
Wet Bopz. Is het noodzakelijk dat de stoornis van de geestvermogens is vermeld in DSM-IV?
HR 12-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1477
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
13/00256
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BZ1477
- JCDI
JCDI:ADS914649:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1477, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ1477, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2013
- Wetingang
Art. 1 lid 1 aanhef en onder d Wet Bopz
Essentie
Wet Bopz.
Is het noodzakelijk dat de stoornis van de geestvermogens is vermeld in DSM-IV?
Samenvatting
De officier van justitie heeft verzocht een voorlopige machtiging te verlenen ten aanzien van een licht verstandelijk beperkte man, die middelen gebruikt en overlast veroorzaakt door bij herhaling kleine criminaliteit te plegen. Ter zitting heeft onder meer een van de behandelaars erop gewezen dat niet de verstandelijke handicap, maar de zeer gebrekkige sociaal emotionele ontwikkeling van betrokkene (aanlegstoornis) tot veelvuldig crimineel gedrag in de toekomst zal leiden. De rechtbank heeft overwogen dat sprake is van een stoornis in de zin van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.