Einde inhoudsopgave
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over zee en door de lucht, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 18 Terugkeer van gesmokkelde migranten
Geldend
Geldend vanaf 28-01-2004
- Bronpublicatie:
15-11-2000, Trb. 2004, 36 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-01-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2000, Trb. 2004, 36 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Staat die partij is, neemt op zich de terugkeer van een persoon die het voorwerp is geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen en die zijn onderdaan is of recht heeft op permanent verblijf op zijn grondgebied ten tijde van de terugkeer, zonder onnodige of onredelijke vertraging te vergemakkelijken en te aanvaarden.
2.
Elke Staat die partij is, overweegt de mogelijkheid de terugkeer van een persoon die het voorwerp is geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen en die recht had op permanent verblijf op zijn grondgebied ten tijde van zijn binnenkomst in de ontvangende Staat, in overeenstemming met zijn nationale recht te vergemakkelijken en te aanvaarden.
3.
Op verzoek van de ontvangende Staat die partij is, verifieert een aangezochte Staat die partij is zonder onnodige of onredelijke vertraging of een persoon die het voorwerp is geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen, zijn onderdaan is of recht heeft op permanent verblijf op zijn grondgebied.
4.
Teneinde de terugkeer van een persoon die het voorwerp is geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen en niet over de juiste documenten beschikt, te vergemakkelijken, neemt de Staat die partij is waarvan die persoon onderdaan is of waarin hij of zij recht op permanent verblijf heeft, op zich, op verzoek van de ontvangende Staat die partij is, de reisdocumenten of andere vergunningen af te geven die nodig kunnen zijn om die persoon in staat te stellen te reizen naar zijn grondgebied en dit opnieuw te betreden.
5.
Elke Staat die partij is die betrokken is bij de terugkeer van een persoon die het voorwerp is geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen, neemt alle passende maatregelen voor het ordelijk verloop van de terugkeer met zorgvuldige inachtneming van de veiligheid en waardigheid van die persoon.
6.
De Staten die partij zijn, kunnen bij de uitvoering van dit artikel samenwerken met relevante internationale organisaties.
7.
Dit artikel tast geen enkel door een nationale wet van de ontvangende Staat die partij is verleend recht aan van personen die het voorwerp zijn geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen.
8.
Dit artikel tast niet de verplichtingen aan die zijn aangegaan uit hoofde van enig ander toepasselijk bilateraal of multilateraal verdrag, of van een andere toepasselijke operationele overeenkomst of regeling die de terugkeer van personen die het voorwerp zijn geweest van de in artikel 6 van dit Protocol bedoelde handelingen, geheel of gedeeltelijk regelt.