RvdW 2012/58
Inzet opsporingsambtenaar als ‘stand-in’ niet onrechtmatig.
HR 20-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1742
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.F. Groos
- Zaaknummer
10/01291
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BS1742
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BS1742, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BS1742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2011
- Wetingang
Essentie
Inzet van een opsporingsambtenaar als ‘stand-in’ bij het doen van een betaling aan verdachte van oplichting. De enkele omstandigheid dat de wet niet voorziet in een specifieke regeling voor een dergelijke inzet brengt niet mee dat die inzet onrechtmatig is. In casu zijn de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit niet geschonden, in aanmerking genomen dat de politie pas bij de zaak werd betrokken nadat door de verdachte een concrete afspraak was gemaakt over de ontmoeting en dat de desbetreffende opsporingsambtenaar niet meer heeft gedaan dan zich naar de plaats te begeven waar de ontmoeting zou plaatsvinden, alwaar hij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.