FED 2015/1
Incomplete beantwoording van vragen kan leiden tot omkering bewijslast
HR 27-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1526, m.nt. E. Poelmann
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 2014
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/05243
- Noot
E. Poelmann
- JCDI
JCDI:ADS273752:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1526, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2013
- Wetingang
Art. 2.17 lid 3 Wet IB 2001; art. 47 AWR
Essentie
Incomplete beantwoording van vragen kan leiden tot omkering bewijslast
Samenvatting
Belanghebbende’s echtgenoot bezit alle certificaten in een Ltd. NV. De inspecteur stelt op grond van art. 2.17 lid 3 Wet IB 2001 aan belanghebbende vragen over inkomsten uit deze Ltd. NV. Belanghebbende verwijst uiteindelijk uitsluitend naar haar aangifte waarin zij de vraag betreffende inkomsten uit aanmerkelijk belang met ‘nee’ heeft beantwoord. De Hoge Raad oordeelt dat deze beantwoording incompleet is. Het verwijzingshof moet beoordelen of belanghebbende op andere wijze naar behoren heeft gereageerd op het verzoek om informatie. Is dit niet het geval, dan moet worden beoordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.