RvdW 2012/644
Onvoldoende bewijs inbraak.
HR 17-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9181
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 april 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
10/04561
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BV9181
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV9181, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV9181, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2012
Essentie
Onvoldoende bewijs inbraak.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 11 oktober 2010, nummer 21/000924-10, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. P.H.L.M. Souren, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, wegens 1. "Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken.
2.
Namens verdachte heeft mr. P.H.L.M. Souren, advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.