RvdW 2015/856
Proeftijd. Art. 14b (oud) jo 14c (oud) Sr. Het Hof heeft ten onrechte een proeftijd van drie jaren vastgesteld.
HR 30-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1755
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/05602
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1755, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:963, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 november 2013, nummer 20/000104-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. E.E.W.J. Maessen, te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch1. heeft bij arrest van 4 november 2013 de verdachte ter zake van 1. ‘belaging, meermalen gepleegd,’ 2. en 3. telkens ‘belaging’ veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.