NJ 1952/28
Gezag- van gewijsde.
HR 06-04-1951, ECLI:NL:HR:1951:318, m.nt. Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 1951
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[06041951/NJ_1952-28]
- Conclusie
Mr. Eggens
- Noot
Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS166635:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:318, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑1951
- Wetingang
(BW art. 1954.)
Essentie
Gezag- van gewijsde.
Samenvatting
Degeen die blijkens een in kracht van gewijsde gegane beslissing niet is geslaagd in een hem opgedragen bewijs, mist het recht de wederpartij dezelfde door hem beweerde rechtsverhouding op dezelfde feitelijke gronden in een volgend geding tussen partijen te staven. Wanneer dus in dat geding op hem, hetzij als eiser hetzij als verweerder, opnieuw de bewijslast komt te rusten van zijn in dat geding op de reeds eerder aangevoerde gronden nogmaals volgehouden stelling, kan hem door de wederpartij met vrucht de in kracht van gewijsde gegane beslissing worden tegengeworpen en kan hem aldus een hernieuwde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.