V-N 2014/57.11
Hoge Raad geeft duidelijkheid in bewijslastverdeling als premieplicht van in Nederland wonende Rijnvarende in geschil is
HR 24-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3016, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 oktober 2014
- Magistraten
Fierstra, Koopman, Wortel
- Zaaknummer
14/01601
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS919357:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3016, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2014
- Wetingang
art. 6 lid 1 onderdeel a en art. 6a lid b AOW
Essentie
De Hoge Raad verwijst het geding ter beoordeling van de vraag tot wiens onderneming het schip behoort aan boord waarvan Rijnvarende X zijn werkzaamheden verricht.
Samenvatting
X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. Van 8 juli 2005 tot en met 31 december 2005 was hij als kapitein in loondienst bij de Luxemburgse J sarl (hierna: J). In die periode verrichtte X zijn werkzaamheden aan boord van het motortankschip K (hierna: het schip). Het schip is eigendom van L bv, gevestigd in Nederland (hierna: L) en werd in 2005 met winstoogmerk in de Rijnvaart gebruikt. Op 21 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.