V-N 2024/27.20
Toch immateriële schade ondanks ‘gratis’ rechtsbijstand
HR 31-05-2024, ECLI:NL:HR:2024:775, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 mei 2024
- Magistraten
Van Eijsden, Punt, Feteris, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
23/03227
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS963696:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:775, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑05‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2024
- Wetingang
art. 8:73 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X BV toch wordt geacht spanning en frustratie te hebben ervaren door de lange duur van de procedure. Het feit dat zij bij voorbaat een beslissing heeft genomen over het besteden van de vergoeding die zij eventueel zal krijgen, brengt niet mee dat die spanning en frustratie haar bespaard is gebleven.
Samenvatting
Aan X BV is een BPM-naheffingsaanslag opgelegd. Met haar gemachtigde is bij voorbaat afgesproken dat een eventuele vergoeding van immateriële schade met gesloten beurs wordt verrekend met de kosten van rechtsbijstand die de gemachtigde aan haar verleent. Rechtbank Den Haag kent ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.