NJB 2014/143:Vervolg op HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2809, NJ 2011/513. Mededinging. Exclusief afnamebeding voor brandstoffen. Tussen brandstofleverancier BP en een tankstationexploitant zijn overeenkomsten gesloten met een exclusief afnamebeding, inhoudende dat de exploitant de te verkopen motorbrandstoffen uitsluitend rechtstreeks van BP zal betrekken. Het beding is aangegaan voor de duur van twintig jaar, zonder mogelijkheid van tussentijdse beëindiging. Het hof acht de overeenkomsten partieel nietig vanwege de mededingingsverstorende werking van het beding. HR: 1. Marktafschermende werking. Vooropstelling: zie hoofdtekst. Het oordeel van het hof dat sprake is van marktafschermende werking, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. 2. Conversie. Conversie is onverenigbaar met de in de Mededingingswet neergelegde absolute nietigheid, ook bij overeenkomsten die geen mededingingsverstorende strekking hebben, maar wel een mededingingsverstorende werking. 3. Partiële nietigheid. Vooropstelling: zie hoofdtekst. De rechter dient te beoordelen of, mede gelet op de overige omstandigheden van het geval en de belangen van alle betrokken partijen, voor gedeeltelijke instandhouding van de rechtshandeling al dan niet voldoende rechtvaardiging bestaat. 4. Schadestaatprocedure. Eigen schuld. Naar Nederlands recht behelst het verweer dat aan de wederpartij het recht moet worden ontzegd schadevergoeding te vorderen op de grond dat zij in aanzienlijke mate verantwoordelijk is voor de verstoring van de mededinging, een beroep op eigen schuld, dat ook in de schadestaatprocedure kan worden gedaan