V-N 2017/50.14
Onjuist oordeel hof volgens A-G bij aftrek verleggings-btw
HR (A-G) 12-07-2017, ECLI:NL:PHR:2017:725, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
12 juli 2017
- Zaaknummer
16/02792
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927430:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:515, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:725, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof van een onjuiste rechtsopvatting is uitgegaan door te oordelen dat voor de aftrek van de ‘btw van de onderaannemers’ omkering en verzwaring van de bewijslast moet plaatsvinden.
Samenvatting
Belanghebbende is medio 2000 een onderneming gestart in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van de onderneming bestaan uit werkzaamheden in de bouw. Vanaf eind 2002 is belanghebbende zich gaan bezighouden met het aannemen van werken, bestaande uit het splitsen en renoveren van panden in [Q]. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep is, voor zover in cassatie nog van belang, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.