Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 161 Verlies bij wanbetaling
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De instellingen gebruiken de volgende LGD-waarden:
- a)
niet-achtergestelde blootstellingen zonder toelaatbare volgestorte kredietprotectie met betrekking tot centrale overheden en centrale banken, entiteiten uit de financiële sector, regionale en lokale overheden, en publiekrechtelijke lichamen: 45 %;
- a bis)
niet-achtergestelde blootstellingen zonder toelaatbare volgestorte kredietprotectie met betrekking tot ondernemingen niet zijnde entiteiten uit de financiële sector: 40 %;
- b)
achtergestelde blootstellingen zonder toelaatbare zekerheid: 75 %;
- c)
vervallen;
- d)
- e)
voor blootstellingen in de vorm van niet-achtergestelde gekochte kortlopende vorderingen op ondernemingen waarbij een instelling niet in staat is PD's te ramen, of de PD-ramingen van een instelling niet aan de vereisten van afdeling 6 voldoen: 40 %;
- f)
voor blootstellingen in de vorm van achtergestelde gekochte kortlopende vorderingen op ondernemingen waarbij een instelling niet in staat is PD's te ramen of de PD-ramingen van een instelling niet aan de vereisten van afdeling 6 voldoen: 100 %;
- g)
voor het verwateringsrisico van gekochte kortlopende vorderingen op ondernemingen: 100 %.
2.
Ten aanzien van het verwaterings- en wanbetalingsrisico kan een instelling die overeenkomstig artikel 143 van de bevoegde autoriteit toestemming heeft gekregen om eigen LGD-ramingen voor blootstellingen met betrekking tot ondernemingen te gebruiken en haar EL-ramingen voor gekochte kortlopende vorderingen op ondernemingen in PD's en LGD's kan ontbinden op een wijze die de bevoegde autoriteit betrouwbaar acht, de LGD-raming voor gekochte kortlopende vorderingen gebruiken.
3.
Voor een door een niet-volgestorte kredietprotectie gedekte blootstelling mag een instelling die op grond van artikel 143 eigen LGD-ramingen gebruikt voor zowel de door een niet-volgestorte kredietprotectie gedekte blootstelling als voor vergelijkbare directe blootstellingen met betrekking tot de protectiegever, de niet-volgestorte kredietprotectie overeenkomstig artikel 183 in aanmerking nemen in de LGD.
4.
Voor blootstellingen die zijn ondergebracht in de in artikel 147, lid 2, punt c), i), ii) of iii), bedoelde blootstellingscategorieën onderschrijden — uitsluitend voor het berekenen van de risicogewogen posten en de verwachte verliesposten van die blootstellingen, en met name voor de toepassing van artikel 153, lid 1, punt iii), artikel 157, en artikel 158, leden 1, 5 en 10 — indien eigen LGD-ramingen worden gebruikt, de voor elke blootstelling als input voor de formules voor risicogewogen posten en verwacht verlies gebruikte LGD-waarden de volgende LGD-input floor-waarden niet, berekend overeenkomstig lid 6 van dit artikel.
LGD-input floors (LGDfloor) voor blootstellingen uit de in artikel 147, lid 2, punt c), i), ii) of iii), bedoelde blootstellingscategorieën | ||
---|---|---|
Blootstelling zonder toelaatbare FCP (LGDU-floor) | Blootstelling volledig gedekt door toelaatbare FCP (LGDS-floor) | |
25 % | Financiële zekerheden | 0 % |
Kortlopende vorderingen | 10 % | |
Niet-zakelijk onroerend goed of zakelijk onroerend goed | 10 % | |
Andere fysieke zekerheden | 15 % |
5.
Voor blootstellingen die zijn ondergebracht in de in artikel 147, lid 2, punt a bis), i) of ii), bedoelde blootstellingscategorieën onderschrijdt — uitsluitend voor het berekenen van de risicogewogen posten en de verwachte verliesposten van die blootstellingen, en met name voor de toepassing van artikel 153, lid 1, punt iii), artikel 157, en artikel 158, leden 1, 5 en 10, indien eigen LGD-ramingen worden gebruikt, de voor blootstellingen zonder toelaatbare FCP als input voor de formules voor risicogewogen posten en verwacht verlies gebruikte LGD-waarde de volgende LGD-input floor-waarde niet: 5 %.
6.
Voor de toepassing van lid 4 van dit artikel zijn de in tabel 1 in dat lid vermelde LGD-input floors voor volledig door toelaatbare volgestorte kredietprotectie gedekte blootstellingen van toepassing wanneer de waarde van de volgestorte kredietprotectie, na toepassing van de betrokken volatiliteitsaanpassingen Hc en Hfx overeenkomstig artikel 230, gelijk is aan of groter dan de waarde van de onderliggende blootstelling.
Voor de toepassing van lid 4 van dit artikel en de toepassing van de desbetreffende betrokken aanpassingen Hc en Hfx, overeenkomstig artikel 230, is volgestorte kredietprotectie toelaatbaar op grond van dit hoofdstuk. In dat geval wordt het type volgestorte kredietprotectie ‘andere fysieke zekerheden’ in artikel 230, tabel 1, verstaan als ‘andere fysieke en andere toelaatbare zekerheden’.
De toepasselijke LGD-input floor (LGDfloor) voor een gedeeltelijk door volgestorte kredietprotectie gedekte blootstelling wordt berekend als het gewogen gemiddelde van LGDU-floor voor het deel van de blootstelling zonder volgestorte kredietprotectie en van LGDS-floor voor het volledig gedekte deel, en wel als volgt:
waarbij:
LGDU-floor en LGDS-floor de betrokken vloerwaarden in tabel 1 zijn;
E, ES, EU en HE worden bepaald overeenkomstig artikel 230.
7.
Indien een instelling die eigen LGD-ramingen gebruikt voor een bepaald soort ongedekte blootstellingen met betrekking tot ondernemingen en ongedekte blootstellingen met betrekking tot regionale overheden, lokale overheden en publiekrechtelijke lichamen, niet in staat is om het effect van de volgestorte kredietprotectie die een van de blootstellingen van dat soort blootstellingen dekt, in aanmerking te nemen in de eigen LGD-raming omdat er met betrekking tot verhaalde bedragen voor die volgestorte kredietprotectie geen gegevens voorliggen, is het de instelling toegestaan de formule uit artikel 230 te gebruiken, met dien verstande dat de LGDU in die formule de eigen LGD-raming van de instelling voor ongedekte blootstellingen is. In dat geval is de volgestorte kredietprotectie toelaatbaar overeenkomstig hoofdstuk 4 en wordt de als LGDU gebruikte eigen LGD-raming van de instelling berekend op basis van gegevens over de onderliggende verliezen, met uitsluiting van op die volgestorte kredietprotectie verhaalde bedragen.