AB 2016/351
Hoge Raad: geen ne bis in idem bij strafvervolging na oplegging van een bestuurlijke boete.
HR 09-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:222, m.nt. C. Saris en L. van Boven
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/01444
- Noot
C. Saris en L. van Boven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924496:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:222, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2653, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad: geen ne bis in idem bij strafvervolging na oplegging van een bestuurlijke boete.
Samenvatting
In het onderhavige geval is zowel het verschil in de rechtsgoederen ter bescherming waarvan de onderscheiden regelingen strekken als het verschil in de maximale straf respectievelijk boete die op de onderscheiden feiten zijn gesteld, dermate groot dat geen sprake is van ‘hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr en art. 243, tweede lid, Sv in verbinding met art. 255, eerste lid, Sv. Het oordeel van het Hof dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.