Einde inhoudsopgave
Besluit bekostiging WEC 2022
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
19-12-2021, Stb. 2021, 522 jo Stb. 2022, 5 (uitgifte: 04-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
14-10-2021, Stb. 2021, 522 jo Stb. 2022, 5 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / (Voortgezet) speciaal onderwijs
Onderwijsrecht / Algemeen
In dit besluit wordt, in alfabetische volgorde, verstaan onder:
accountant: accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de wet;
bijzondere school: bijzondere school als bedoeld in artikel 1 van de wet;
brancardlift: lift binnen een school, geschikt voor het vervoer van personen naar een andere etage door middel van een brancard;
centrale dienst: centrale dienst als bedoeld in artikel 1 van de wet;
commissie: de commissie, bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de wet;
extra bekostiging: bekostiging als bedoeld in artikel 114, vierde lid, van de wet;
instelling: instelling als bedoeld in artikel 1 van de wet;
leerling: tenzij anders is bepaald een leerling:
- a.
die door een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 toelaatbaar is verklaard tot het speciaal onderwijs respectievelijk het voortgezet speciaal onderwijs,
- b.
van een inrichting, accommodatie of residentiële instelling als bedoeld in artikel 71c van de wet waarmee het bevoegd gezag een overeenkomst als bedoeld in genoemd artikel van de wet heeft gesloten;
leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond: leerling:
- a.
die behoort tot de Molukse bevolkingsgroep;
- b.
van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Griekenland, Italië, het voormalige Joegoslavië, Kaapverdië, Marokko, Portugal, Spanje, Tunesië of Turkije;
- c.
van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname of een van de Caribische delen van het Koninkrijk;
- d.
van wie ten minste een van de ouders of voogden als vreemdeling rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder c of d, van de Vreemdelingenwet 2000;
- e.
van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit een ander niet-Engelstalig land buiten Europa, echter met uitzondering van Indonesië.
nevenvestiging: nevenvestiging als bedoeld in artikel 76a of 76b van de wet;
Onze Minister: Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
openbare school: openbare school als bedoel in artikel 1 van de wet;
ouders: ouders, voogden en verzorgers;
school: school als bedoeld in artikel 1 van de wet;
schoolbad: bad voor watergewenning of hydrotherapie in gebruik bij en door een of meer scholen;
schooljaar: tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaropvolgend;
teldatum: de datum, bedoeld in artikel 116 van de wet;
wet: Wet op de expertisecentra.