Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 100 [Toekenning budget door Minister. Voorschriften]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de nummering van de artikelen, hoofdstukken en paragrafen.
- Bronpublicatie:
21-12-2001, Stb. 2002, 1 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-12-2001, Stb. 2001, 582 (uitgifte: 18-12-2001, kamerstukken: 27181)
06-12-2001, Stb. 2001, 583 (uitgifte: 18-12-2001, kamerstukken: 27182)
06-12-2001, Stb. 2001, 580 (uitgifte: 18-12-2001, kamerstukken: 26855)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2001, Stb. 2002, 1 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Met inachtneming van de regels, bedoeld in artikel 97, eerste lid, kent Onze Minister jaarlijks aan de Raad een budget toe ten laste van de rijksbegroting ten behoeve van de activiteiten van de Raad en de gerechten gezamenlijk. Aan de toekenning kan Onze Minister voorschriften verbinden.