NJB 2016/458
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv vanwege rechtshulpverzoek. Art. 13e lid 1 aanhef en onder c WOTS: deze bepaling ‘ziet op mogelijke belangen van derden op de inbeslaggenomen voorwerpen, niet zijnde de beslagenen zelf’. De rechtbank treedt ten aanzien van de klager niet ten gronde in de vraag of de buitenlandse rechter op juiste gronden de wanverhouding tussen inkomsten en aangetroffen vermogen/goederen heeft aangenomen. Verdragsgrondslag van het rechthulpverzoek. Witwasverdrag van toepassing ondanks dat uit beslissing buitenlandse rechter niet blijkt dat klager het in beslag te nemen geld en de horloges heeft verdiend door deel uit te maken van een criminele organisatie of een organisatie die zich bezig houdt met de drugshandel. Gelet op art. 1(d), art. 7 lid 2 en art. 11 Witwasverdrag is het voor de beoordeling van het klaagschrift niet van belang of het beslag nu verband houdt met witwassen, dan wel met deelname aan een criminele organisatie al dan niet in relatie tot de Opiumwet. Van belang is slechts dat de confiscatie verband houdt met een strafbaar feit
HR 16-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:246
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05709
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:246, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2681, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv vanwege rechtshulpverzoek. Art. 13e lid 1 aanhef en onder c WOTS: deze bepaling ‘ziet op mogelijke belangen van derden op de inbeslaggenomen voorwerpen, niet zijnde de beslagenen zelf’. De rechtbank treedt ten aanzien van de klager niet ten gronde in de vraag of de buitenlandse rechter op juiste gronden de wanverhouding tussen inkomsten en aangetroffen vermogen/goederen heeft aangenomen. Verdragsgrondslag van het rechthulpverzoek. Witwasverdrag van toepassing ondanks dat uit beslissing buitenlandse rechter niet blijkt dat klager het in beslag te nemen geld en de horloges heeft verdiend door deel uit te maken van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.