V-N 2015/22.7
Box 3 heffing verhuurde woning is mogelijk in strijd met EVRM
HR 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1171, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2015
- Magistraten
Numann, Streefkerk, Snijders, De Groot, Polak
- Zaaknummer
14/01504
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS660516:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1171, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2461, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2014
- Wetingang
art. 1 EP EVRM; art. 5.20 lid 3 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat art. 17a Uitv. besl. IB 2001 buiten toepassing blijft als vaststaat dat de uit een stapeling van forfaits voortvloeiende waardering van verhuurde woningen in betekenende mate (dat wil zeggen voor 10% of meer) hoger is dan de werkelijke waarde daarvan (zie HR 3 april 2015, nr. 13/04247, V-N 2015/19.13).
Samenvatting
X koopt in 1997 een onroerende zaak. De onroerende zaak bestaat uit een bovenwoning, die reeds was verhuurd en een benedenwoning. In geschil is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.