RvdW 2015/1043
Groepsaansprakelijkheid van art. 6:166 BW; hoofdelijke aansprakelijkheid; begrenzing; geen beperkingen tot gedragingen in turba; groepsaansprakelijkheid i.g.v. bewezen lidmaatschap criminele organisatie (art. 140 Sr)?
HR 02-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2914
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/01909
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2914, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑03‑2014
- Wetingang
Art. 6:166 BW; art. 140 Sr
Essentie
Groepsaansprakelijkheid van art. 6:166 BW; hoofdelijke aansprakelijkheid; begrenzing; geen beperkingen tot gedragingen in turba; groepsaansprakelijkheid i.g.v. bewezen lidmaatschap criminele organisatie (art. 140 Sr)?
De hoofdelijke aansprakelijkheid van de tot een groep behorende personen die art. 6:166 BW in het leven roept, leidt ertoe dat de benadeelde die ten gevolge van een gedraging in groepsverband schade heeft geleden ter verkrijging van volledige vergoeding daarvan ermee kan volstaan één van de tot de desbetreffende groep behorende personen aan te spreken. Blijkens de wetsgeschiedenis voorziet art. 6:166 BW in een individuele aansprakelijkheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.