Einde inhoudsopgave
Derde Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag betreffende uitlevering
Artikel 17 Verklaringen en voorbehouden
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2012
- Bronpublicatie:
10-11-2010, Trb. 2011, 200 (uitgifte: 19-10-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-08-2012, Trb. 2012, 138 (uitgifte: 10-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Door een staat gemaakte voorbehouden ten aanzien van de bepalingen van het Verdrag of de twee Aanvullende Protocollen daarbij zijn eveneens op dit Protocol van toepassing, tenzij die staat anderszins verklaart op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding. Hetzelfde is van toepassing op verklaringen ter zake van of uit hoofde van een bepaling van het Verdrag of de twee Aanvullende Protocollen daarbij.
2.
Elke staat kan bij de ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding verklaren gebruik te maken van het recht artikel 2, eerste lid, van dit Protocol geheel of ten dele niet te aanvaarden. Andere voorbehouden kunnen niet worden gemaakt.
3.
Elke staat kan op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding of op een later tijdstip een of meer van de verklaringen voorzien in artikel 4, vijfde lid, en artikel 5 van dit Protocol afleggen.
4.
Elke staat kan een voorbehoud of een verklaring gemaakt of afgelegd in overeenstemming met dit Protocol geheel of gedeeltelijk intrekken door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving, die van kracht wordt op de datum van ontvangst ervan.
5.
Een partij die een voorbehoud ten aanzien van artikel 2, eerste lid, van dit Protocol heeft gemaakt in overeenstemming met het tweede lid van dit artikel kan de toepassing van dat lid niet verlangen van een andere partij. Indien haar voorbehoud gedeeltelijk of voorwaardelijk is, kan de partij de toepassing van dat lid verlangen voor zover zij het zelf aanvaard heeft.