NJFS 2020/33
Mogelijkheid per 1 januari 2018 van verlenging proeftijd voorwaardelijke invrijheidstelling in strijd met legaliteitsbeginsel.
Rb. Noord-Nederland 21-10-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:4316
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
21 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. H.J. Schuth, M. van den Steenhoven, R.R. van der Heide
- Zaaknummer
18/830442-13
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNNE:2019:4316, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 21‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Legaliteitsbeginsel. Voorwaardelijke invrijheidstelling. De mogelijkheid per 1 januari 2018 van verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling heeft op zichzelf geen invloed op de totale duur van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf. Indien de proeftijd zou worden verlengd, moet veroordeelde zich echter wel gedurende een langere periode dan die hij bij oplegging van zijn straf had kunnen voorzien, houden aan de aan de voorwaardelijke invrijheidstelling verbonden voorwaarden. Deze voorwaarden beperken naar hun aard de vrijheid van veroordeelde. Tevens wordt hij bij een verlenging van de proeftijd gedurende een langere periode geconfronteerd met de (straf)dreiging van het moeten uitzitten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.