Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/23 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010, enz.
Artikel 28 Doelstelling en toepassingsgebied van de positie- en verliestoewijzingsinstrumenten
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Inwerkingtreding
11-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De afwikkelingsautoriteiten passen het positietoewijzingsinstrument toe overeenkomstig artikel 29 en de verliestoewijzingsinstrumenten overeenkomstig de artikelen 30 en 31.
2.
De afwikkelingsautoriteiten passen de in lid 1 bedoelde instrumenten toe voor contracten met betrekking tot clearingdiensten en de bij de CTP gestorte zekerheden in verband met deze diensten.
3.
De afwikkelingsautoriteiten passen het in artikel 29 bedoelde positietoewijzingsinstrument toe om de portefeuille van de CTP of van de overbruggings-CTP, naargelang het geval, opnieuw te matchen.
De afwikkelingsautoriteiten passen de in de artikelen 30 en 31 bedoelde verliestoewijzingsinstrumenten toe om:
- a)
de overeenkomstig artikel 25 beoordeelde verliezen van de CTP te dekken;
- b)
de CTP opnieuw in staat te stellen te voldoen aan betalingsverplichtingen wanneer deze opeisbaar worden;
- c)
het resultaat als bedoeld onder a) en b) met betrekking tot een overbruggings-CTP te verwezenlijken;
- d)
de overdracht van de bedrijfsactiviteiten van de CTP aan een solvabele derde door middel van het instrument van verkoop van de onderneming te ondersteunen.
De afwikkelingsautoriteiten kunnen het in artikel 30 bedoelde verliestoewijzingsinstrument toepassen voor verliezen als gevolg van wanbetalingen en verliezen als gevolg van andere gebeurtenissen dan wanbetalingen. Indien het in artikel 30 bedoelde verliestoewijzingsinstrument toegepast wordt voor verliezen als gevolg van andere gebeurtenissen dan wanbetalingen, wordt dat instrument alleen toegepast tot maximaal een cumulatief bedrag dat gelijk is aan de bijdrage van de niet in gebreke zijnde clearingleden tot de CTP-wanbetalingsfondsen, en wordt dat bedrag onder de clearingleden verdeeld naar rata van hun respectieve bijdragen in de wanbetalingsfondsen.
4.
De afwikkelingsautoriteiten passen de in de artikelen 30 en 31 van deze verordening bedoelde verliestoewijzingsinstrumenten niet toe met betrekking tot de in artikel 1, leden 4 en 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde entiteiten.