BNB 2019/28
Herziening in één keer van alle in rekening gebrachte omzetbelasting bij ingebruikneming investeringsgoed in strijd met BTW-richtlijn 2006? Prejudiciële vragen
HR 14-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2309, m.nt. D.B. Bijl
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 december 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/00799
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
D.B. Bijl
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS125846:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2309, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:479, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2018
- Wetingang
Art. 15 lid 4 Wet OB 1968; art. 12 lid 2 en 3 Uitv.besch. OB 1968; art. 184 t/m 189 BTW-richtlijn 2006
Essentie
Herziening in één keer van alle in rekening gebrachte omzetbelasting bij ingebruikneming investeringsgoed in strijd met BTW-richtlijn 2006? Prejudiciële vragen
Samenvatting
Belanghebbende heeft op eigen grond een appartementencomplex laten bouwen. In 2013 is met de bouw begonnen, de oplevering vond plaats in juli 2014. De haar in 2013 in rekening gebrachte BTW heeft belanghebbende volledig in aftrek gebracht omdat zij het complex toen voor belaste doeleinden bestemde. Vanaf augustus 2014 worden vier van de zeven woonappartementen vrijgesteld verhuurd. Belanghebbende heeft de in aftrek gebrachte BTW herzien. Zij heeft daartoe overeenkomstig de wettelijke regeling over het tijdvak van ingebruikneming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.