NJB 2011, 1185
HR, 27-05-2011, nr. 10/03950
HR 27-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0510
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 mei 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.E. Drion
- Zaaknummer
10/03950
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BQ0510
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0510, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2010
- Wetingang
Essentie
Appeltermijn. Een partij is op 19 november 2009 in hoger beroep gekomen van een op 6 juli 2009 uitgesproken en op 3 november 2009 toegezonden beschikking.
HR: 1. Verschenen belanghebbende. De partij heeft te gelden als een verschenen belanghebbende, nu zij, als wederpartij genoemd in het verzoekschrift, zich in de procedure heeft gesteld doordat zij een advocaat schriftelijk verweer heeft laten voeren. Zij heeft bovendien als verschenen belanghebbende te gelden omdat zij heeft deelgenomen aan de mondelinge behandeling. Indien de rechtbank de partij in enkele opzichten heeft behandeld als een nietverschenen belanghebbende, geeft dat geen grond voor een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.