Einde inhoudsopgave
Warenwetbesluit drukapparatuur 2016
Artikel 23 Intredekeuring
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2016
- Bronpublicatie:
15-06-2016, Stb. 2016, 229 (uitgifte: 22-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2016, Stb. 2016, 229 (uitgifte: 22-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Dit artikel is van toepassing op drukapparatuur die:
- a.
voor 29 mei 2002 is vervaardigd overeenkomstig de wettelijke voorschriften van een staat, niet zijnde Nederland, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; of
- b.
op of na 29 mei 2002 is vervaardigd overeenkomstig de wettelijke voorschriften van een staat, die is toegetreden tot de Europese Unie op of na 29 mei 2002, mits de vervaardiging is geschied voor de datum van toetreding van de desbetreffende staat, en die niet voor 29 mei 2002 in overeenstemming is gebracht met de richtlijn, en die op grond van artikel 21, eerste lid, is aangewezen.
2.
Alvorens de drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, in gebruik wordt genomen, wordt zij aan een intredekeuring onderworpen en gaat vergezeld van een verklaring van intredekeuring en ingebruikneming. De kosten van de intredekeuring zijn voor rekening van de gebruiker, bedoeld in het vierde lid.
3.
De verklaring, bedoeld in het tweede lid, wordt, onder overlegging van de gegevens en bescheiden, vermeld in het vierde lid, schriftelijk door de gebruiker aangevraagd bij een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers.
4.
De aanvraag, bedoeld in het derde lid, omvat voor zover van toepassing:
- a.
naam en adres van de gebruiker en het adres van de plaats van opstelling van de drukapparatuur;
- b.
de documenten omtrent het ontwerp, de vervaardiging en het toegestane gebruik van de drukapparatuur; en
- c.
de afgegeven verklaringen met bijbehorende rapporten met betrekking tot keuringen van drukapparatuur.
5.
Artikel 21, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
6.
De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, die de keuring uitvoeren, verrichten, voor zover van toepassing, de volgende onderzoeken:
- a.
een beoordeling van het ontwerp naar het beoogde gebruiksdoel van de drukapparatuur;
- b.
een beoordeling van de documenten die betrekking hebben op de vervaardiging van de drukapparatuur;
- c.
een beoordeling van de integratie en beveiliging van de drukapparatuur;
- d.
de onderzoeken, bedoeld in artikel 21, zesde lid; en
- e.
de onderzoeken, bedoeld in artikel 22, zesde lid.
7.
Met goedkeuring van een beoordeling als bedoeld in het zesde lid, onder a en b, wordt gelijkgesteld een bewijs van goedkeuring afgegeven door een erkende onafhankelijke instelling in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, welk bewijs is afgegeven op basis van onderzoeken die aan ten minste gelijkwaardige eisen voldoen.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de onderzoeken, bedoeld in het zesde lid, onder a en b, nadere regels worden gesteld.
9.
De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, stellen een rapport op van de intredekeuring, bedoeld in het tweede lid, en stellen een exemplaar van het rapport beschikbaar aan de gebruiker. In dit rapport kunnen voorwaarden worden gesteld waaraan wordt voldaan alvorens een verklaring van intredekeuring en ingebruikneming wordt afgegeven.
10.
Door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, wordt een verklaring als bedoeld in het tweede lid afgegeven, indien is gebleken dat tegen het in gebruik nemen van de drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, geen bezwaar bestaat. In deze verklaring:
- a.
wordt de termijn vermeld waarbinnen de drukapparatuur uiterlijk aan een herkeuring als bedoeld in artikel 22, wordt onderworpen; en
- b.
kunnen voorwaarden worden gesteld.
11.
De verklaring, bedoeld in het tweede lid, kan betrekking hebben op één of meer drukapparaten.
12.
De gebruiker draagt er zorg voor dat de keuring, bedoeld in het tweede lid, veilig kan worden uitgevoerd.