Prg. 2013/126
Een vordering tot betaling van achterstallige huurpenningen moet tegen de bewindvoerder van de rechthebbende worden ingesteld. De vordering tot ontbinding en ontruiming kan enkel tegen de rechthebbende worden ingesteld.
Rb. Oost-Brabant 28-03-2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ6045 (Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl/Huurder e.a.)
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
28 maart 2013
- Magistraten
Mr. H.G. Robers
- Zaaknummer
860203
- LJN
BZ6045
- Roepnaam
Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl/Huurder e.a.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Huurrecht / Algemeen
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ6045, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 28‑03‑2013
- Wetingang
Art. 1:438, 1:441 lid 1, 6:76, 6:265 lid 1, 7:212 BW
Essentie
Huurrecht. Kan een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en tot ontruiming van het gehuurde jegens de beschermingsbewindvoerder van huurder worden toegewezen?
Neen, want tussen bewindvoerder en verhuurder bestaat geen contractuele band.
Samenvatting
Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL (SWS) vordert ontbinding van de huurovereenkomst, veroordeling van woninghuurder (gedaagde) tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van achterstallige huurpenningen ten bedrage van € 1.763,73 (huurprijs € 357,11 per maand), incassokosten en rente. Huurder verschijnt in persoon en deelt mede, dat hij niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen ten volle en behoorlijk te behartigen. Daarom zijn zijn goederen onder bewind gesteld. Omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.